889
17 DECEMBER 1970
goeddunken kan wijzigen, aanvullen of verwerpen, vind ik het unfair
tegenover de mensen die zich straks beschikbaar stellen om zitting
te nemen in dit orgaan, om op dit moment wijzigingen aan te
brengen zonder dat zij de mogelijkheid hebben gehad daarin mede
inspraak te hebben. Daarom is het naar mijn overtuiging juist slechts
die wijzigingen aan te brengen die leiden tot een snelle totstand
koming van de culturele raad. Dat is naar mijn mening de inhoudelijke
kant van dit voorstel en daarom ondersteun ik het van harte.
Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik wil niet in herhalingen vervallen, want
de andere sprekers hebben het al in alle toonaarden gezegd en ik kan
mij daar volledig bij aansluiten. Ik wil er alleen nog de slotopmerking
aan toevoegen dat ik hoop dat de werkgroep die nu de taak heeft de
culturele raad samen te stellen, daar ondanks alle moeilijkheden toch
spoedig in zal slagen en dat zij de suggesties, opmerkingen en kritiek
die zij heeft kan meegeven aan de wethouder en de nieuwe culturele
raad. Het lijkt mij juist dat deze mensen, die op dit moment in een
moeilijke worsteling met deze zaak bezig zijn, toch ook dit pakket
mee mogen geven.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: In dit voorstel wordt
alleen gevraagd om honorering van het advies dat de afdeling voor
culturele zaken aan het college heeft gegeven. Ik meen dat wij
daarmee heel blij moeten zijn. Ik zou dan ook de suggestie willen
doen dat, wanneer de culturele raad tot stand is gekomen, die dan de
vrijheid zal hebben verder te bepalen in welke richting men verder
moet gaan en hoe de gang van zaken moet worden.
De heer KRAMER: Ook ik meen dat het juist is in dit stadium niet
teveel over deze zaak te zeggen. De voorstellen, zo men wil de bouw
stenen van de commissie-van Dun, dus de oude afdeling voor culturele
zaken uit de vorige raadsperiode, zijn hierin verwerkt en ik meen dat
dat juist is. Ik ben dan ook blij dat dit gerealiseerd is. Het verbaast
mij dan ook enigszins dat de heer van Os op dit moment het reglement
wil wijzigen. Als er iets op democratische wijze tot stand is gekomen,
dan zijn het wel de wijzigingen van dit reglement. Er zijn tien ver
gaderingen aan gewijd en er zijn zeer veel gesprekken geweest met
een groot aantal mensen. Ik ben van mening dat het maken van een
dergelijke opmerking een achteruitgang betekent en dat er een soort
wantrouwen uit spreekt. Er is mijns inziens alleen maar behoefte aan
een goede culturele raad en wat de werkgroep betreft die momenteel
bezig is zou ik willen zeggen: men moet een leggende kip niet storen.
Wanneer de culturele raad er is komt hij zelf wel met voorstellen.
Dat is de afspraak en daarom wachten wij met vertrouwen de resul
taten van de werkgroep af. Wij gaan gaarne akkoord met dit voor
stel.
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering.
Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd.