8 15 JANUARI 1970 Het zou naar mijn gevoel wel verhelderend werken wanneer het toch wel enige verwarring scheppende woord "voorlichting" zou kunnen worden vervangen door de term 'informatie" die een, lijkt mij, wat minder belerende betekenis heeft. Het college van burgemeester en wethouders heeft reeds lange tijd op vele terreinen de weg van overleg en openheid gevolgd. Ik noem u de voorbeelden van commissies, raden eh stichtingen en het schier on afgebroken overleg met belanghebbenden op vrijwel alle terreinen van het gemeentelijk beleid. Een interessante vraag is mijns inziens wie eigenlijk bij het bestuur van de stad willen worden betrokken. Ik geloof dat dit er jammer genoeg slechts weinigen zijn. In groepsverband on getwijfeld belangrijk meer dan individueel, hoewel een ieder natuurlijk in zijn directe omgeving wel eens persoonlijk tegen zaken aanloopt die hij graag gewijzigd zou zien en waarvoor hij -- wij moeten het helaas erkennen -- niet altijd de weg weet. De functie van de ambtenaren in dit verband en de opstelling die zij bij de uitoefening daarvan kiezen is vaak bepalend voor het gezicht van de overheid naar buiten. Dit geldt voor alle ambtenaren, voor de mon teurs, voor de referendarissen evengoed als voor de directeuren en de politie. De ambtenaren dienen zich ervan bewust te zijn -- en gelukkig zijn zij dat in onze stad -- dat zij hierbij een uitermate belangrijke taak hebben. Bij de informatie aan de bevolking stelt het stadsbestuur vanzelf sprekend een bekwame en op het publiek belang bedachte pers op hoge prijs. Deze taak is aan een beperkte groep personen toevertrouwd. De pers dient het gemeentelijke werk zeer kritisch en vanzelfsprekend met een eigen verantwoordelijkheid te volgen en de bevolking te informeren over hetgeen ons beweegt, namelijk onze stad naar beste weten en kunnen te besturen. Wanneer ik nu denk aan de uitwerking en concretisering van deze wat algemeen geformuleerde gedachten, geloof ik dat men zich allereerst zou kunnen bezighouden met het functioneren van de raad, het belangrijkste bestuurscollege in de gemeente. Tijdens de laatste begrotingsbehandeling is een veelheid van suggesties gedaan die betrekking hebben op de bevoegd heden en de praktische werkwijze van de raad. Ik noem de openheid van de afdelingsvergaderingen en van de verslaggeving van deze vergade ringen, de toepassing van artikel 61 e. v. van de gemeentewet waar dit mogelijk en nodig is, de steun aan fracties om hun werkzaamheden beter te kunnen verrichten, de openheid van de colleges van advies en daar wil ik dan zelf nog aan toevoegen de verantwoordelijkheid van de bur gemeester op het terrein van de openbare orde. U kunt voorstellen van het college van burgemeester en wethouders verwachten, met name wat de openheid van de afdelingen en de toepassing van artikel 61 e. v. van de gemeentewet betreft. Overigens wil ik hierbij opmerken dat dit, waar het de werking van uw eigen raad betreft, geen eenrichtingsverkeer kan zijn, maar dat u ook zelf concrete ideeën kunt aandragen om aan deze openheid meer gestalte te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 8