17 DECEMBER 1970 894 nog geen antwoord te hebben gehad op mijn vraag wie de boel schoonhoudt en wie er toezicht houdt. Gebeurt dit door mensen van de gemeente? De heer AMERICA: Ik constateer uit de discussie dat de raad instemt met dit voorstel. Ik wil daar echter symbolisch "nee" tegen zeggen, niet omdat ik het deze groep niet gun, maar om te protesteren tegen het feit dat er geen plan is voor accommodatie voor de gemeenschap in haar geheel. Zolang er nog geen duidelijke voorzieningen zijn getroffen, met name in Tuinzicht, Brabantpark en Wisselaar, voor de gehele gemeenschap, vind ik het niet ver antwoord dat er wel voorzieningen worden getroffen voor een kleine groepering met een bepaald eigen karakter. Wethouder MANS: Op de vragen van de heer van Os het volgende. Eigenaar van het gebouwtje is de gemeente en wanneer andere groepen er gebruik van maken moeten die ook huur betalen aan de gemeente. Wat het toezicht en de verdeling van het gebruik van de ruimte be treft kan ik zeggen dat dit moet gebeuren in onderling overleg van de groepen die het gebouwtje betrekken. In eerste instantie wordt het toegewezen aan de Charles de Foucauldgroep, zoals in het voor stel staat, en andere groepen die er gebruik van wensen te maken moeten dat doen in goed overleg met de Charles de Foucauldgroep. Mevrouw jager kan ik antwoorden dat het in elk geval niet wordt schoongehouden door de gemeente. Dit dient te gebeuren door de gebruikers zelf, wat mijns inziens ook volkomen redelijk is. De heer America, die meent symbolisch "nee" te moeten zeggen, verwijt mij dat er geen plan zou zijn voor gemeenschapsaccommodatie. Ik moet dit ten stelligste ontkennen, want er zijn wel degelijk plannen. De dienst voor jeugd en sport is daar hard mee bezig. Er is een dui delijke visie en een duidelijke ri chting om te komen tot die gemeen schapsvoorzieningen. De heer America verwijt mij dat ik aan een kleine groepering een gering bedrag ter beschikking stel. Wij moeten echter uitgaan van de feiten. Wat men ook vindt van bepaalde vormen van jeugdwerk, deze vorm van jeugdwerk bestaat en het geeft mijns in ziens geen pas om, wanneer een dergelijke groep op redelijke gron den een beroep doet op de gemeente, die argumenten niet te honore ren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. 42.VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT TOETREDING TOT EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING INZAKE HYPOTHEEK FONDS NOORDBRABANTSE GEMEENTEN. De heer VAN GRAAFEILAND: Dit voorstel is behandeld in de af deling voor financiën. Daarbij heb ik een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het advies dat ik zou uitbrengen aan de fractie, omdat bij de stukken die ter visie lagen een exploitatieoverzicht met be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 894