90 12 FEBRUARI 1970 Er is gevraagd of er informatie is verstrekt aan de bladen en zo ja, door wie. Dat is inderdaad gebeurd. Wanneer een bepaald stuk op het programma is genomen en ae dag nadert waarop dit zal worden opgevoerd, verstrekt de directeur schriftelijk informatie over dat stuk aan de plaatse lijke pers, hetgeen hij ook in dit geval heeft gedaan. Ik kan mij voor stellen dat een van deze bladen, met name het blad dat er zo bijzonder veel over heeft geschreven, nog nadere inlichtingen heeft gevraagd aan de directeur van de schouwburg, die deze zeker zal hebben verstrekt. Ik zie niet in waarom hij dat ook niet zou doen. Een andere vraag was waarom er een perscommuniqué is uitgegeven. Ik weet niet precies wat men daarmee bedoelt. Wanneer men het communi qué bedoelt dat ondergetekende heeft verstrekt op 28 januari, dan kan ik meedelen dat dit is gebeurd op verzoek van het betreffende blad, dat de wethouder heeft gevraagd om nadere inlichtingen. Met goedvinden van het college heb ik toen aan de functionaris van dit plaatselijke blad enkele mededelingen verstrekt. Wij zijn, dit in antwoord op weer een andere vraag, alleen maar naar Amsterdam gegaan om ons ervan te vergewissen of hetgeen wij ge hoord hadden ook inderdaad juist was. Het besluit was echter voordien reeds genomen. Het perscommuniqué dat toen is verschenen, is aan de pers verstrekt vanuit Amsterdam, 's avonds om 11 uur, het kan ook kwart over 11 geweest zijn. Onderhoudt de directeur van de schouwburg relaties met D.A.T.? Inderdaad, de directeur is lid van het bestuur van D. A. T. Door enkele leden is gevraagd waarom de leden van de raad niet zijn meegenomen naar Amsterdam. Ik herinner mij de spontaniteit waarmee wij in een auto zijn gestapt en naar Amsterdam zijn gereden. Het was op dat moment werkelijk niet mogelijk alle leden van de raads- afdeling nog naar Amsterdam te brengen, want het besluit viel om kwart voor 7, als ik mij goed herinner, om half 9 zou de vertoning In het theater in Amsterdam beginnen. Wij zijn naar ik meen om 7 uur weggereden en hebben in Amsterdam nog juist gelegenheid gehad staande een -- overigens heel lekker -- broodje te consumeren. Waarom is het seniorenconvent niet ingeschakeld? Op deze vraag fa ik niet in, omdat een wethouder mijns inziens geen enkele boodschap eeft aan een seniorenconvent. Een seniorenconvent is een "instelling" waarvan de burgemeester wel eens gebruik maakt en mogelijk wil de burgemeester daar dan verder iets over zeggen. De heer van der Werff heeft gesproken over "wij liberalen dit, en wij liberalen dat". Ik kan mij wel voorstellen dat hij dit zegt. Men houde mij echter ten goede, ik heb het voorrecht gehad met een aantal liberalen ongevraagd -- let wel: ongevraagdl -- over deze zaak van gedachten te wisselen en daaruit heb ik niet de indruk gekregen dat men zonder meer kan stellen: "Wij liberalen in Breda denken er zo over." De heer VAN DER WERFF: Waarover?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 90