17 DECEMBER 1970
902
Het verheugt mij dat men met het preadvies akkoord gaat in deze
geest, omdat de problematiek in totaliteit bekeken moet worden.
De heer Schoenmakers heeft zelf al aangestipt -- al zegt hij het
niet met zoveel woorden -- dat de schoolsituatie kan verschillen,
omdat er scholen zijn waar het vak handenarbeid door bepaalde
mensen zeer goed kan worden gegeven op dit moment. Er zijn
voorbeelden te noemen dat er bijzonder veel wordt gepresteerd,
het is bepaald niet waar dat er op dit terrein op de basisscholen
niets zou gebeuren. Ik meen er naar aanleiding van het betoog
van de heer Schoenmakers goed aan te doen dit even naar voren
te brengen, omdat er anders een verkeerde indruk zou kunnen ont
staan over dit wat specialistische terrein. Het gaat er namelijk om
of het vakonderwijs kan worden gei'ntegreerd in het totale school
gebeuren.
Bij de herziening van de totaliteit zou het kunnen zijn dat zonder
verhoging van de factor een andere opstelling mogelijk is. Dat is
ook een mogelijkheid. De heer Schoenmakers zegt dat zijn voorstel
misschien wat ongemotiveerd en ongenuanceerd lijkt, maar ik zou daar
tegenover willen stellen dat het in zekere zin onaf is. Ik doel niet op
de moeilijkheden die kunnen ontstaan bij de inpassing in het lesroos
ter in de loop van het cursusjaar. Ik wil er echter wel op wijzen
dat wij in deze raad ook een voorstel hebben behandeld waarin de
uitkering voor het vakonderwijs aan de bijzondere scholen aan de orde
is geweest. Men heeft gezien dat dit in een jaar ongeveer drie ton
heeft gekost op basis van een factor anderhalf. Een factor één bete
kent dus ongeveer twee ton, waarbij men er rekening mee moet
houden dat -- dat wil ik ook graag nog eens zeggen het bijzon
der onderwijs de factor anderhalf in totaliteit nog niet gebruikt
heeft.
Ik kan mij ijeel goed voorstellen dat bepaalde scholen moeite
hebben met die factor, maar over het geheel moeten wij vaststel
len dat die niet verbruikt is. Wanneer ae heer Schoenmakers stelt dat
men in die factor ook het vak handenarbeid kan opvangen, zou ik
willen vaststellen dat het door deze bespreking dan misschien iets meer
bekend wordt. Dat ligt bepaald niet aan ons, want wij hebben het
nooit voorgesteld als zou het bijzonder onderwijs die factor ander
half moeten gebruiken voor bepaalde vakken. De mogelijkheid van
handenarbeid is naar onze opvatting voor de bijzondere scholen dus
duidelijk aanwezig.
Ik meende er goed aan te doen op een paar punten nog te wijzen,
waarbij het financiële aspect -- een en ander moet natuurlijk in het
budget worden opgevangen ook bij de verdere behandeling duidelijk
een rol zal meespelen.
De heer SCHOENMAKERS: Uiteraard is het mij bekend dat er op
een groot aantal scholen bijzonder goed vakonderwijs in handenarbeid
wordt gegeven. Ik wil daar ook van mijn kant graag op wijzen. Ook
wat de financiële kant van de zaak betreft kan ik mij met de wet
houder verenigen. Ik zou dan ook graag ook daarover geihformeerd
worden. Verder was het niet onze bedoeling maar misschien is
