17 DECEMBER 1970
dat te wijten aan onervarenheid -- een en ander direct te laten
ingaan; roostertechnisch zou dat voor de hoofden, van scholen een
groot probleem zijn. Tenslotte dank ik de wethouder voor zijn toe
zegging dat hij ons zal kennen in de resultaten van het overleg dat
over deze zaak zal worden gevoerd
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
51. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VASTSTELLEN VAN HET GETAL WEKELIJKSE LESUREN ALS BE
DOELD IN ARTIKEL lüi bis, LID 1 DER LAGER-ONDERWIJSWET
1920, GEDURENDE HETWELK IN HET JAAR 1971 AAN DE OPEN
BARE SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS IN DEZE
GEMEENTE VAKONDERWIJS ZAL WORDEN GEGEVEN.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
52.VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERKOOP
VAN HET VOORMALIG GEMEENTEHUIS VAN PRINCENHAGE AAN
HET ARCHITECTENBUREAU OOMES EN BOGAERT N. V. TE BREDA.
De heer SPANJER: Uiteraard is dit voorstel in onze fractie uit
voerig besproken. Ik moet zeggen dat onze fractie zich niet aan de
indruk kan onttrekken dat burgemeester en wethouders wat weinig
ingaan op de argumenten van adressanten, in die zin dat de raad
te weinig is geïnformeerd over de steekhoudendheid van deze argu
menten. Verder stellen wij vast dat het mede de taak is van het
gemeentebestuur na te gaan wat de meest gewenste bestemming is
voor een dergelijk gebouw.
Vervolgens wil ik een aantal vraagpunten etaleren, waarvan onze
fractie van mening is dat de antwoorden daarop in het stuk ontbreken.
Wij weten dat het gebouw niet meer nodig is voor het jeugdwerk,
omdat er een aantal gebouwen voor verenigingswerk is in de om
geving. Rest ons de vraag welke concrete activiteiten er overblijven
welke in dit voormalige gemeentehuis zouden moeten of kunnen
plaatsvinden, waarbij ik erop wijs dat wij onderscheid willen maken
tussen activiteiten die daar zouden moeten en activiteiten die daar
zouden kunnen plaatsvinden. Een volgende vraag is of er een stich
ting of iets dergelijks is om de exploitatie op zich te nemen. Welk
programma van eisen heeft men ten aanzien van dit gebouw? Heeft
men enig idee van de exploitatiekosten? Kan men geldmiddelen aan
wijzen? Voldcet het gebouw aan de eisen die dienen te worden ge
steld en zo nee, is het met veel of weinig -- en hoeveel -- kosten,
eventueel met medewerking van Monumentenzorg, geschikt te maken?
Verder zouden wij graag willen weten wat de conclusies zijn van
de gesprekken die destijds door de toenmalige wethouders Vermeulen
en van Bijnen zijn gevoerd met de eerste actiegroep. Wij hebben
namelijk begrepen dat er nu een tweede groep is die aanspraak