905 17 DECEMBER 1970 accountant en een student in de sociologie in staat zijn zo'n zaak op te zetten en met zoveel ijver en verve te onderzoeken wat er met dat gebouw in Prtncenhage zou kunnen worden gedaan, De uitkomsten van die enquete hebben zij gepubliceerd, naar ik heb begrepen hebben zij die niet rechtstreeks aan het college doen toekomen en misschien is dat wel het begin geweest van een kleine spraakverwarring, waardoor ook van de kant van het college wel licht niet kon worden beschikt over alle duidelijke informatie welke deze jonge mensen hadden verworven in de gemeenschap van Princen- hage. Ik wil hier nog aan toevoegen dat na de afdelingsvergadering waarin deze zaak aan de orde was, 's maandags in de vergadering van de afdeling voor ruimtelijke ordening een nieuw uitbreidings plan voor Princenhage op tafel kwam. Pas wanneer wij dit plan bekijken zien wij hoe schitterend deze oude markt door een verbreding naar de huidige Heilaarstraat wordt vergroot en hoe centraal het totale project aan de oude markt wordt. In dat verband moet ik dan denken aan de opmerking van het college in zijn preadvies dat het gebouw niet geschikt is voor de activiteiten die de werkgroep zich voorstelt. Het college schrijft dat de ruimten niet bruikbaar zijn en dat er ook een brief van Monumentenzorg is die in die richting duidt. Nu is men bij Monumentenzorg bepaald niet pietluttig met het gebruik van monumenten. Wij kunnen dat duidelijk zien aan de Boerenleenbank op de Markt, waaraan Monumentenzorg ook alle aandacht heeft besteed en het gebouw van binnen heel ruim en modern heeft laten verbouwen. Daarmee wil ik niet zeggen dat het raadhuis direct heel ruim en modern zou moeten worden verbouwd, maar wel dat wij niet zo angstvallig moeten zijn dat er misschien geen spijker in de muur zou mogen worden geslagen of iets dergelijks. Tenslotte nog iets over een punt dat mij vandaag heeft getroffen in de uitslag van een enquete van een groot weekblad. Daarop heeft onze minister-president geantwoord wat hij ervan denkt. Bij alle sombere verhalen zit daar toch ook een lichtpunt in, ik zal er even een stukje uit voorlezen: "Uit het onderzoek -- aldus minister president de Jong -- kwam ook naar voren dat de gewone man het gevoel heeft geen werkelijke invloed te hebben op het tot stand komen van de beslissing.De heer de Jong vindt in dit verband het grote percentage thuisblijvers bij de verkiezingen een bedenke lijk teken aan de wand. "Gestreefd zal moeten worden naar demo cratisering van de democratie, naar versterking van de rol van de kiezer in het politieke proces en naar het openen van mogelijkheden van de burger tot inspraak, medezeggenschap, participatie en zelf werkzaamheid. Het is juist die zelfwerkzaamheid waar wij alle maal zo naar streven, vooral wanneer het jonge mensen betreft. Wij weten maar al te goed dat de jonge mensen eigenlijk allemaal wars zijn van de politiek. Daarbij komt nog een televisieuitzending van hedenavond. Men vraagt zich misschien af hoe ik dat weet, omdat wij nog geen tele visie hebben in de raad, maar ik heb een telefoontje gekregen met een notitie. Daarin staat dat de minister van C.R. M. zojuist in de Kamer heeft toegezegd dat zij aan een vijftal steden in Nederland

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 905