907
17 DECEMBER 1970
het te verkopen, maar waarom probeert men niet voor een bepaalde
periode bij wijze van experiment deze ruimte ter beschikking te stel
len aan de gemeenschap in Princenhage? De verkoop van het gebouw
voor 60.000,-- voorheen was de prijs zelfs 55.000,-- is
immers een lachertje, ook al weten wij dat er aan het inwendige
van het gebouw wel het een en ander moet gebeuren. Over enkele
jaren zal er toch iets moeten komen voor deze gemeenschap. Een
klein rekensommetje vertelt ons dan dat wij, als wij nu iets zouden
moeten bouwen, een bedrag van vier ton kwijt zijn en wij weten
dat er iets moet komen.
Steeds weer wordt er gesproken over inspraak. De groep die actie
voert is op het moment maar drie man groot, maar er staan vrij veel
mensen achter, die dit actiegroepje steunen. Een mondelinge toezeg
ging is er uiteraard wel eens geweest. Er zijn besprekingen gevoerd
met de betrokken wethouders in het oude college en ook gisteravond
is er een bespreking geweest met de wethouders Mans en van Dun.
Helaas is ook hier echter niet veel uit gekomen, de situatie is het
zelfde gebleven. Ik ben dan ook van mening dat er te weinig aan
dacht is besteed aan het verzoek dat door deze actiegroep is gericht
aan het college en aan hun ideeën, plannen en opmerkingen. Er
is niet onderzocht of het inderdaad noodzakelijk is dit gebouw voor
het jeugdwerk of het gemeenschapswerk in Princenhage te behouden,
voor mijn gevoel zijn deze zaken zonder meer terzijde geschoven.
Het gebouw valt onder Monumentenzorg en bij restauratie is er
de mogelijkheid van financiële hulp. Wanneer het zal worden gebruikt
als gemeenschapsaccommodatie moet het mogelijk zijn ook uit 's rijks
kas een bijdrage te verkrijgen. Ik ben blij met het telefoontje van de
heer Froger, mogelijk kan de wethouder daar iets over zeggen in zijn
antwoord.
Het is ons ook bekend dat de panden Dreef 8 en 8a beschikbaar
komen voor het jeugdwerk in Princenhage. Het is echter ook bekend
dat dit methodische groepen zijn, die hun eigen leven leiden en hun
eigen principes en instelling hebben. Het is toe te juichen dat deze
ruimte gegeven is. Verder is er nog het oude patronaatsgebouw, dat
alleen kan worden gebruikt als gymnastieklokaal, verder kan er niets
worden gedaan. Ik zou het college dan ook nogmaals willen vragen
het voormalige raadhuis ter beschikking te stellen aan de gemeenschap
van Princenhage. Gaarne wacht ik hierop het antwoord van de wethouder
af.
De heer VAN OS: Ik vind dit een onbegrijpelijk voorstel van het
college en dat is wel de vriendelijkste naam die ik kan bedenken.
Het heeft immers een lange voorgeschiedenis en er zijn heel wat
reacties op geweest van allerlei kanten, maar nu komt er na maanden
toch een vrijwel ongewijzigd voorstel uit de bus. Wij hebben daar
grote bezwaren tegen.
Allereerst de manier van verkopen. Ik vind dat de overheid niet
zonder bepaalde verdenkingen op zich te laden een dergelijk pand
aan de eerstbiedende kan verkopen. Er zijn andere boden geweest