914 17 DECEMBER 1970 Wanneer dan gezegd wordt dat er, wanneer wij geen rekening houden met de inspraak van de bevolking, eigenlijk een toneel spel wordt opgevoerd, heb ik daar met de heer van Loon ernstige bezwaren tegen. Ik ben namelijk van mening dat er wel degelijk met die inspraak en met de mogelijkheden die naar voren zijn ge bracht rekening is gehouden. Ik geloof echter ook dat wij als be stuurscollege alle zaken moeten overwegen en dat wij als gemeente bestuur, voorgelicht door de afdeling voor openbare werken, er ab soluut van overtuigd kunnen zijn dat dit pand niet geschikt is voor de activiteiten die men erin zou willen onderbrengen. Hooguit zou men er, wanneer die er zou komen, een wijkraad ex artikel 61 in kunnen onderbrengen, maar ik vraag mij af of dat dan wel de meest geschikte weg zou zijn. Nu zich dan ook een gegadigde heeft gemeld die het pand wil overnemen voor een prijs die vrijwel overeenkomt met de in het taxatierapport genoemde prijs, moet ik zeggen dat ik mij wel met het voorstel kan verenigen. De heer AMERICA: Ik wil graag van de gelegenheid gebruik maken om terug te komen op de gemeenschapsruimten in het algemeen. Ik heb zojuist wethouder Mans niet meer kunnen antwoorden, maar er is duidelijk sprake van een misverstand. Ik weet dat er plannen zijn, maar die plannen kunnen niet worden uitgevoerd. Tuinzicht zit al zeker tien jaar met plannen. Wisselaar is al vier jaar oud en zal zeker nog een aantal jaren met plannen moeten blijven zit ten. Nu hoor ik dat er in Princenhage een stuk nieuwbouw komt. Mogen wij nu ook eens niet alleen aan het verleden denken, maar ook aan de toekomst en voordat die wijk klaar is zorgen voor een eerste elementaire ruimte waar een deel van dat nieuwe gemeenschaps leven, van de integratie die zal moeten plaatsvinden tussen de oude en de nieuwe bewoners in dat gebied kan plaatsvinden en dat daar voor vanaf het eerste moment een ruimte is. Ik zou het bijzonder onverstandig vinden wanneer op dit moment een beslissing zou wor den genomen om voor 60.000,-- die kans weg te gooien. Ik wil het college dan ook voorstellen dit voorstel terug te nemen, deze zaak opnieuw in beraad te nemen en te bezien welke zekerheden er op korte en op lange termijn kunnen komen. De heer CRUL: Er doen in Breda geruchten de ronde dat in deze zaak ook een rol zou spelen een ruiling tussen de N. V. Oomes en Bogaert, die een terrein in optie zou hebben in Breda, en de ge meente. Ik zou daarop graag het antwoord van de wethouder ver nemen. Wethouder VAN DUN: Het is voor mij wat moeilijk de vele argu menten die tegen dit raadsvoorstel zijn aangevoerd -- ik ben blij dat er ook enkele positieve reacties waren -- op een rijtje te zetten zodat alle sprekers een juist antwoord krijgen. Ik vraag dan ook bij voorbaat excuus voor het geval dat ik in eerste termijn iemand op een belangrijke opmerking geen genoegdoening zou geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 914