915
17 DECEMBER 1970
De gehele problematiek rondom het gemeentehuis van Prin
cenhage, zoals die vanavond aan de orde is, komt bij een ieder, B
bij mij zeker, nogal verwarrend over. Wellicht kunnen wij in het h
gesprek tussen college en raad proberen de zaak zodanig te syste- h
matiseren dat wij duidelijk weten wat de mening van de raad en t<
van het college over een aantal punten is. Om een poging te doen w
de zaak op een rij te zetten zou ik de zaak willen splitsen in drie v
delen. In de eerste plaats wat ik zou willen noemen de voorfase, k
wat zich tevoren heeft afgespeeld, in de tweede plaats de vraag e
of dit voormalige raadhuis inderdaad ter beschikking moet komen i
voor de Prmcenhaagse gemeenschap en in de derde plaats de ver- C
koop van het raadhuis, uiteraard nadat antwoord is gegeven op het v
tweede punt. Om te beginnen wil ik dan wat punten bij elkaar
zetten in die drie categorieën, om daarna te kijken of er nog d
vragen onbeantwoord zijn gebleven. e
Wanneer ik in grote lijnen door de voorgeschiedenis ga d
moet ik aanstippen dat zich in begin 1969 een actiegroep heeft g
gepresenteerd, die duidelijk -- dat geef ik de heer Froger toe -- c
vele plannen had met dit raadhuis. Enerzijds gingen die in de rich- z
ting van, wat ik zou willen noemen, de jeugd en recreatieve voor- i
zieningen, terwijl er anderzijds, laten wij die terminologie maar g
hanteren, wensen waren op het gebied van de gemeenschapsvoor
zieningen. Daarover zijn besprekingen gevoerd met de gemeente,
waarin op dat moment al door de gemeente is gezegd dat het
raadhuis niet voor de bedoelde activiteiten geschikt is. De gemeente
is toen echter wel tegemoet gekomen aan een aantal bestaande en
redelijke verlangens om een alternatief te vinden in plaats van het
raadhuis ten behoeve van de jeugdvoorzieningen, namelijk door het
beschikbaarstellen van de panden Dreef 8 en 8a. Op dat moment is
de toenmalige actiegroep uiteengevallen, waarna zich enige tijd
later presenteerde de groep Wijkbelangen Princenhage, die ijverde
voor gebruik van het voormalige raadhuis als gemeenschapsvoor
ziening.
Inmiddels was de gemeente --ik moet voor alle duidelijkheid
zeggen dat het initiatief daartoe niet van de gemeente is uitgegaan --
benaderd door het architectenbureau Oomes en Bogaert N. V.dat
zei geïnteresseerd te zijn in het raadhuis en zich als zodanig als
koper aandiende. Ik moet wel zeggen dat op dat moment de hele
gang van zaken rondom het raadhuis, althans voor een belangrijk
deel, lag aan de kant van Prinsenbeek. Ik kom daar straks nog op
terug. Gezien het feit dat men van mening was dat het Princen-
haagse raadhuis niet geschikt was als gemeenschapsvoorziening, wat
mijns inziens ook bekend was aan de groepering in Princenhage die
zich inzette voor het behoud van dit pand voor haar doeleinden,
is terzake van de verkoop aan Oomes en Bogaert N. V. contact
opgenomen met de gemeente Prinsenbeek, die in eerste aanleg
wel tot verkoop bereid was.