17 DECEMBER 1970 918 Wat blijft de gemeentelijke overheid nu over? Het gebouw voldoet niet aan het programma van eisen, maar ook indien dit wel het geval was zou dit college toch niet bereid zijn, ondanks het feit aat het Princenhage een goed hart toedraagt, 200. 000, te investeren in een gemeenschapsvoorziening voor Princenhage op dit moment, terwijl andere met name genoemde wijken nog niet toe zijn aan het minimum van basisvoorzieningen. Deze overwe gingen leiden in de gedachten van het college tot verkoop van dit pand. Het is mijns inziens de taak van het gemeentebestuur de eigendommen van de gemeente op een prudente wijze te beheren, dus wanneer dit pand nier voor de genoemde doeleinden kan worden gebruikt volgt verkoop. Met de heer Barij zeg ik dan dat het college commercieel moet optreden. Wel echter met inachtneming van een besluitvormingsproces zoals zich dat bij het gemeentelijk apparaat afspeelt. Wanneer een koper in contact treedt met het gemeente lijk apparaat wordt dit zakelijk voorbereid door de diensten. Daarna neemt het college een principebesluit en uiteindelijk neemt de raad het besluit tot verkoop. Ik vind dat een belangrijke zaak. Het is misschien een handicap in het gemeentelijk apparaat, maar het betekent duidelijk dat eigenaar en cliënt in een vrij lange fase kunnen komen tot een besluitvormingsproces. Het betekent echter ook dat de gemeente in die periode moet handelen als een goed koopman, dat is de plicht van het college, maar het college heeft ook de plicht te handelen als een fatsoenlijk koopman. In de tweede plaats meen ik dat het college de plicht heeft bij het doen van dit voorstel aan de raad een vinger in de pap te houden, zowel wat het gebruik als de gebruiker van het gebouw betreft. Het college moet denken aan het veiligstellen van het achterstallig onderhoud, wij moeten de zekerheid hebben dat dat zal worden uitgevoerd. Het college moet ook denken aan de krediet waardigheid van de toekomstige bewoner, enfin, men kan zich voorstellen dat er nog meer dingen zijn waar het college aan moet denken. Niet in de laatste plaats zal het college moeten verkopen tegen een goede prijs. Voordat ik nu toe kom aan de beantwoording van de detail vragen wil ik kort samengevat nog zeggen dat voor de onvolkomen voorfase ten aanzien van de fouten die zijn gemaakt het college zijn excuses heeft aangeboden aan de raad en aan andere belangd hebbenden. Het gebouw ter beschikking stellen aan de gemeenschap is niet mogelijk als gevolg van het niet voldoen aan het programma van eisen en zo dit wel het geval zou zijn geweest was Princenhage toch niet aan de beurt geweest. Dit leidt tot ons voorstel tot ver koop, een voorstel dat het college prudent moet benaderen vanuit de drie overwegingen die ik heb genoemd. Wanneer ik nu de verschillende vragen naga die zijn geste id, meen ik dat een aantal daarvan al is beantwoord. De heer Spanjer -- die dertien vragen heeft gesteld informeert naar de activi teiten die erin worden uitgeoefend. Ik neem aan dat hij bedoelt welke activiteiten de actiegroep in Princenhage voor ogen heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 918