17 DECEMBER 1970
Wethouder VAN DUN: Dan heb ik u verkeerd begrepen. Ik heb
in mijn antwoord aan de heer van Banning echter al toegegeven
dat die argumentatie op ruimere schaal naar voren had kunnen
komen.
De heer van der Werff heeft nog wat littekens overgehouden
van vroeger. Ik hoop voor hem dat deze discussie voor hem mag
werken als een schoonheidsbehandeling. Wat de woordkeus in het
stuk betreft geloof ik dat wij niet te allen tijde zo fijn in de mond
zijn; de ene keer kan het naar de enen kant uitvallen en een andere
keer weer naar een andere kant, waarmee ik overigens misschien he
lemaal geen antwoord geef op de opmerking van de heer van der
Werff.
Een belangrijk punt dat door de heer van der Werff naar voren
is gebracht is de vraag of er in het koopcontract een clausule kan
worden opgenomen om de bestemming voor een aantal jaren veilig
te stellen. Hij heeft daarbij het woord "speculatie" genoemd, maar
ik geloof niet dat het hier om een speculatie-object gaat. Ik wil
de suggestie van de heer van der Werff graag overnemen, hoewel
ik van mening ben dat het concept-besluit bij dit voorstel al een
zekere beperking inhoudt.
Dat wij oog moeten hebben voor een juiste benadering van de
bevolking van Princenhage als onderdeel van de Bredase leefgemeen
schap, een opmerking waarbij mevrouw van Nes zich heeft aange
sloten, is vanzelfsprekend. Men moet het niet zo,zien dat het college
tegen de raad zegt: zoek het zelf maar uit en kom maar met priori
teiten en dan zullen wij te zijner tijd wel beslissen of er een gemeen
schapshuis komt, een zwembad of een weg. Dat is niet het geval.
Het college mag suggesties doen, maar de raad beslist. Men heeft
de visie van wethouder Mans gehoord over gemeenschapsvoorzieningen,
waarop door de raad wordt aangedrongen. Deze opmerkingen zijn aoor
het college duidelijk verstaan en het is vanzelfsprekend aat, binnen
het kader van de mogelijkheden en het stelsel van de prioriteiten,
waar mogelijk in de toekomst ruimte in de financiën op een bepaald
niveau gevonden zal moeten worden voor die gemeenschapsvoorzie
ningen.
Wanneer de heer Froger zegt dat hij het woord "geheim" te
recht heeft gebruikt, geef ik hem helemaal gelijk, maar dan hebben
wij het over een ander stuk. Waar de heer Froger op doelt is de
brief die hij zojuist heeft aangehaald en dat is een zaak geweest
van correct handelen van het college tegenover Prinsenbeek, omdat
het inderdaad niet correct zou zijn geweest als de raad van Prinsen
beek de zaak uit de krant had moeten vernemen.
De heer Jansen vergist zich niet, er bestaat inderdaad een ver
fijningsregeling in verband met restauraties. W ij moeten echter wel
bedenken dat die 85% alleen maar geldt voor het subsidiabele gedeelte
van de kosten, dus voor de buitenkant. Wat aan de buitenkant als
subsidiabel wordt aangemerkt zal nog moeten blijken. Eerst moet er
echter een stuk achterstallig onderhoud worden uitgevoerd en dat
wordt niet door Monumentenzorg gesubsidieerd.