939 17 DECEMBER 1970 De heer Kroon zegt dat hij als lid van een commissie ad hoe drie maal een wijziging van het reglement van orde heeft meegemaakt. Ik kan mij indenken dat dit een moeizame arbeid is geweest, maar aan de andere kant kan ik mi] ook voorstellen dat -- dat gevoel heb ik althans -- het reglement van orde wel eens wordt gebruikt om moeilijke zaken een beetje weg te schuiven. Onze bijdrage aan de samenstelling van de commissie tenslotte bestaat in het kandidaat stellen van de heer Crul. De heer VAN DER WERFF: Onze voorkeur zou er naar uitgaan nu geen commissie in te snellen, maar eerst eens in een bespreking in de raad of in een informele bespreking, liefst na de begrotings behandeling, want wij hebben nog twee drukke maanden voor ons, te spreken over de taakstelling van deze commissie. In de tweede alinea van het stuk schrijft het college: "De commissie zal -- zon der gebonden te zijn aan een vaste taakopdracht Ik moet zeggen dat ik dat een uitermate riskante onderneming vind. Ik wil dat ook wel even adstrueren, het is toch al laat. Ik lees altijd met genoegen de brochures van de diverse weten schappelijke bureaus van de politieke partijen, in de eerste plaats natuurlijk die van de Teldersstichting maar ook andere. Ik heb hier een studie van de Wiardi Beckmann Stichting die bijzonder de moeite waard is over de gemeentelijke democratie. Ik wil daar iets uit ci teren om te laten zien hoe ver wij van huis kunnen raken zonder spelregels -- de heer Kroon heeft daar terecht op gewezen -- en zonder te weten wat die commissie zal gaan doen. "Het is duidelijk, schrijft de W. B. S. in hoofdstuk 8 -- nogmaals, het zit klemvast in elkaar --, "dat er een verband is tussen de herziening van de be stuurlijke organisatie en de vernieuwing van de lokale democratie. De huidige bestuurlijke organisatie van ons land is een ernstige be lemmering voor een goede werking van lokale democratie. Dat wordt dan geadstrueerd -- ik kan het niet allemaal voorlezen -- met: "Het bestuur of liever de bestuurstaak moet een behoorlijke omvang hebben. Uit dit oogpunt bezien is een drastische gemeente lijke herindeling noodzakelijk. Dat zou dus kunnen betehenen dat deze commissie zich ook over de annexatie-policy van het col lege zou moeten buigen. Ik wil nog een voorbeeld noemen van waar deze commissie zonder taakstelling zich allemaal mee zou kunnen bezighouden. Ik lees namelijk op pagina 95 bij "enkele conclusies" onder nr. 18 -- let wel, mijn fractie onderschrijft dit zeer bepaald niet --: "Essentieel in het kader van de vernieuwing van de gemeen telijke democratie is het verkiezen van de burgemeester. Een ver kiezing van de burgemeester in een gepolitiseerd bestuur, waarin deze meer de positie van een eerste wethouder zal krijgen, door de raad verdient de voorkeur. Ik meen dat het met deze adstructie wel duidelijk is dat ik graag zou willen weten wat deze commissie wel en niet tot taak krijgt. Als derde punt moet ik daar nog bij stellen dat ik mij ook zorgen maak over de derde alinea van het voorstel. Ik was namelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 939