17 DECEMBER 1970 De VOORZITTER: Ik zou het volgende nog tot de leden van de commissie willen zeggen en dat is dan het laatste woord over deze zaak. U zit er allemaal zelf bij en u kunt het doen zoals u wilt. Ik persisteer bij mijn opvatting dat de commissie eenvoudig moet beginnen. Ik merk dat dit de instemming heeft van de raad en ik wil u dat ook bepaald adviseren. De commissie is samen- esteld en kan met haar arbeid beginnen, waarbij ik van mijn ant al de toezegging heb gedaan dat men kan rekenen op assis tentie van de ambtenaren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 55. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET GROOT f 4000,-- VOOR DE AANKOOP VAN EEN HAKENWASMACHINE TEN BEHOEVE VAN HET SLACHTHUIS. 56. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BETREF FENDE EEN UITKERING INEENS AAN DE GEMEENTESECRETA RISSEN EN -ONTVANGERS IN NOORD-BRABANT. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen van burge meester en wethouders besloten. RONDVRAAG. De heer VAN DER WERFF: Een korte vraag: kan het college op enige wijze meedelen op welke wijze het poogt de situatie voor Bouvigne veilig te stellen voor de toekomst? Mevrouw J2GER-MIDDELBEEK: Ik dank het college voor het schriftelijke antwoord dat ik heb ontvangen naar aanleiding van mijn vraag over de burgerzinlening voor de kunstijsbaan. Aanvankelijk waren wij van plan met een interpellatie te komen, maar na de inlichtingen die wij hebben ontvangen in de vergadering van de afdeling voor jeugd en sport hebben wij daarvan afgezien. Dit neemt niet weg dat onze fractie toch niet bepaald gelukkig is met de gang van zaken en er resten ook nog enkele vragen die ik graag duidelijk en uitvoerig beantwoord wil zien. 1. Is het juist dat deze kunstijsbaan met een aanlooptijd van een jaar rendabel en zelfs winstgevend zal kunnen zijn, zoals werd gezegd in de afdelingsvergadering, waarbij de kunstijsbaan in Den Bosch werd genoemd? 2. Is het mogelijk een overzicht te krijgen van de financiële positie van gelijkwaardige kunstijsbanen in Nederland? 3. Is het juist dat in geval van bij voorbaat als niet rendabele investeringen geziene projecten men geen burgerzinleningen mag aangaan, afgezien van het feit dat sinds 7 december alle burgerzinleningen verboden zijn?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 944