17 DECEMBER 1970
4. Is het inderdaad juist dat de bouw van het overdekte zwembad
in Breda-Noord geen uitstel ondergaat door de bouw van de kunst
ijsbaan omdat, zoals in de krant Het Vaderland van 10 december jl.
werd meegedeeld, het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk van plan is binnenkort het subsidiebeleid ten aan
zien van overdekte zwembaden ingrijpend te herzien, waardoor
spoedig met de bouw van dit zwembad zou kunnen worden begon
nen
Ik wil hier nog aan toevoegen dat onze fractie hoopt dat ook
voor sporthallen, die naar ons oordeel na de bouw van het zwem
bad zeker in Breda-No ird van het allergrootste belang zijn, het
subsidiebeleid soepeler zal worden. Onze fractie zal bij voort
during blijven aandringen op de bouw van deze voorzieningen.
Vervolgens nog een vraag over een ander onderwerp.
Naar aanleiding van het antwoord dat ik heb ontvangen op mijn
vraag over de veiligheid van speelplaatsen --ik doel hierbij op de
betonnen ondergrond -- het volgende. Impliceert het antwoord van
het college dat het deze zaak heeft afgedaan, of blijft het zoeken
naar alternatieve oplossingen, zeker voor de nieuw te bouwen speel
plaatsen? Ik wil daarbij nog opmerken dat het college in zijn ant
woord stelt dat klimrekken hoogteverschillen opleveren waarmee het
kind moet leren leven. Is het college niet van mening dat het niet
de taak is van de gemeente andermans kinderen hoogteverschillen
te leren, maar dat het de taak is van de gemeente zo veilig mo
gelijke speelplaatsen te bouwen?
De heer SEVERENS: Ik wil het college graag een drietal vragen
voorleggen.
1. Kan het college mij meedelen waarom een brief van het comité
Wijkbelangen Breda-Zuid-Oost van 16 september 1970 over de
centrale antenne inrichting na drie maanden nog niet is beant
woord? Wil het college bevorderen dat het comité Wijkbelangen
Breda-Zuid-Oost zo spoedig mogelijk antwoord krijgt op deze
brief?
2. Mijn tweede vraag betreft het plaatsen van een tankstation voor
de flat aan de Loevesteinstraat, terwijl enkele tientallen meters
verder van hetzelfde garagebedrijf Jonef een ander tankstation
staat.
a. Kan het college meedelen wanneer door de raad toestemming
is verleend voor de bouw van dit tankstation op 15 meter voor
de flat aan de Loevesteinstraat, terwijl dit tankstation niet is op
genomen in het vastgestelde bestemmingsplan IJpelaar 1961 en
1966?
b. Is het college niet van mening dat welzijnsmotieven voor de
flatbewoners bij deze beslissing zwaarder hadden moeten wegen
dan louter economische overwegingen?