BI-AD
DATU M
TYP
12-11-70
PH
voorzitter, dan moet ik zeggen dat ik beslist niet weet wat u gisteren of
eergisteren hebt gehoord. Dat staat ook niet in samenhang tot wat ik heb ge
zegd.
De VOORZITTER: Ik heb aangetekend dat u pleit voor voorzichtigheid in
deze zaak. Ik hoop dat ik u niet verkeerd heb begrepen, maar ik meen dat wat
ik over voorzichtigheid heb gezegd in dit verband mag worden opgemerkt.
Ik zou u, maar ik geloof dat dat niet verstandig zou zijn, een aantal
oorzaken kunnen noemen van deze malaise. Wij hebben gemeend ik geloof dat
ik daarmee mag volstaan dat er in een bepaalde situatie reden was om deze
zaak te behandelén zoals die behandeld is. Dat M heeft gelukkig geresulteerd
in de brief van de officier van Justitie, waarmee wij allemaal, het college,
ikzelf en de politie, gelukkig mee zijn. Er is geen sprake van strafbare
feiten en dat is het eind van het verhaal. Ik geloof dan ook dat men, dit
eenmaal vastgesteld zijnde, niet moet terugkomen op zaken die zich in het
verleden op het bureau Burgerlijke Stand en Bevolking en in de persoonlijke
sfeer hebben afgespeeld. Ik meen dat ik in eerste instantie met deze toe
lichting namens het college kan volstaan. Wil de wethouder van personeelszaken
er ag nog iets over zeggen?
Wethouder DE RAAFF: Ik zou niet weten wat ik hieraan nog zou moeten
toevoegen, mijnheer de voorzitter.
De VOORZITTER: Als wij elkaar niet goed hebben begrepen, mijnheer Van
Banning, wil ik u graag als eerste in de gelegenheid stellen uw standpunt te
verduidelijken.
De heer VAN BANNING: Ik heb niets meer aan mijn woorden toe te voegen.
Ik had alleen de indruk ,ÉM omdat u dit in samenhang bracht met hetgeen ik
gezegd heb, dat u gisteren of eergisteren iets hebt gehoord. Als dat van mij
afkomstig zou zijn wil ik u graag uitnodigen duidelijker te zijn.
De VOORZITTER: Nee, Mn laat ik dat^ meteen rechttfcekken. Ik heb het
alleBn^ in verband gebracht met de voorzichtigheid van de behandeling van deze
zaak. Dat is dan waarschijnlijk bij u aan het verkeerde adres. Natuurlijk
moet deze zaak voorzichtig worden behandeld. Er is veel over deze zaak ge
sproken, maar wanneer ik u in dat opzicht verkeerd begrepen heb bied ik u
daarvoor mijn excuses aan.
STENOGRAFEN BUREAU
W. STEMMER ZN.
POSTBUS 35007
ROTTERDAM
TELEF. OIO - 18 04 47
De heer VAN BANNING: Ik heb geen behoefte verder op deze zaak in te
gaan. Ik wil alleen onderstrepen wat mijn fractievoorzitter overigens vol-
\o