98
12 FEBRUARI 1970
dat het "mos" is dat de raad de afdoening van ingekomen stukken als
regel overlaat aan het college en dat vind ik ook in dit geval een heel
praktische handelwijze.
De heer WOESTENBERG: Ik zal ook proberen kort te zijn. Ik heb de
wethouder horen zeggen dat het college eerst "ja" en later "nee" heeft
gezegd. Naar aanleiding daarvan wil ik alleen maar opmerken dat het
college toch geen fróbelschooltje is.
Er is niet aan nacensuur gedaan, maar wat is het dan wel? Hier is
sprake van preventieve censuur geweest, van censuur vooraf. Wanneer
deze opvoering zou zijn doorgegaan, had men die in het vervolg mis
schien kunnen 'verbieden op grond van wat genoemd wordt de eerbaar
heid kwetsende of godslasterlijke aantijgingen, maar dan hadden wij
het stuk kunnen zien en dan waren wij ook beter geïnformeerd geweest.
Ik geloof niet dat de wereld zou zijn vergaan wanneer het eenmaal in
Breda was opgevoerd. Wanneer men daar niet tegen kan, staat men toch
v/el erg zwak in zijn geloof. Ik hoor hier allerlei christelijke beginselen
verkondigen, ik ben zelf uiteraard ook rooms-katholiek opgevoed. Wan
neer ik echter goed gelovig ben, moet ik ook stevig in mijn schoenen
staan. Dan laat ik mij door het eerste het beste toneelstuk niet van mijn
apropos brengen en zeker niet van mijn geloof. Ik begin dan ook het nare
gevoel te krijgen dat hier koppen moeten vallen of dat er -- wat in feite
nog erger is -- bestuurlijke gebondenheid voor de schouwburgdirecteur
moet komen bij minder ingrijpende voorstellingen in de toekomst. Ik zou
het ten zeerste betreuren wanneer deze De Sade-kwestie werd aangegrepen
om de schouwburgdirecteur straks nog meer aan bandep te leggen. Dat
betekent natuurlijk niet dat hij precies kan doen en laten wat hij wil,
dat nu ook weer niet. Men kan er tien jaar lang oVer blijven praten,
het is hiermee precies hetzelfde als met de inspraak, waarover men ook
de mond vol heeft, terwijl men tegelijkertijd twee kleine fracties buiten
het seniorenconvent houdt. Weer wordt het verhaal verteld dat het senioren
convent zal beslissen, maar dat is geen beslissing van de raad, de raad
bestaat uit meer leden dan alleen die senioren. j
De wethouder heeft gezegd dat het in de toekomst voor de directeur
gemakkelijker zal zijn, maar ik vind het tegendeel juist waar, het wordt
moeilijker wanneer hij straks is gebonden aan een bestuurlijke uitspraak
van een of twee mensen, de burgemeester volgens de gemeentewet, ge
assisteerd door de wethouder. Dat vind ik niet juist, dan kan ik eerder
meegaan met een ingrijpen van de rechterlijke macht wanneer het fout
gaat.
Er is gevraagd of er strafbare feiten zijn gepleegd in Amsterdam,
maar daarop wordt niet bepaald een duidelijk antwoord gegeven. Wan
neer dit inderdaad het geval zou zijn, zou men kunnen zeggen dat op
grond daarvan de voorstelling kan worden verboden.
Vervolgens wil ik de heer Kramer even antwoorden op hetgeen
hij heeft gezegd over respect voor de mening van een ander. Hij kan daar
wel respect voor opbrengen, maar die andere meningen mogen dan niet
naar voren worden gebracht. Dan kan men wel respect hebben, maar men
onthoudt een ander het recht om te doen wat hij zelf wil. Ik ben helemaal
geen voorstander van allerlei wildebrasserij, integendeel, maar wanneer
men stelt dat men vrijheid laat aan anderen moet men dat ook doen.