996
16 AUGUSTUS 1971
Ik ben blij met de experimentenpot. Ik heb al gesteld
dat dit experiment nog lang niet afgelopen is. Een start bete
kent niet direct een aankomst. De heer Sandberg heeft erop
gewezen dat er een groei van het lezersbestand te constateren
valt. Deze positieve ontwikkeling zou er toch toe kunnen lei
den Oelaat met een zeker vertrouwen tot het einde van dit
jaar de gelegenheid te geven aan een vergroting van de lezers
kring te werken. Daarna zouden wij het nog eens kunnen be
kijken.
Ik geloof dat de heer van Banning mij verkeerd begrepen
heeft ten aanzien van de wereldwinkel en de rode jeugd. Ik
heb slechts gesignaleerd dat het al dan niet bestendigen van
deze subsidie repercussies kan hebben op toekomstige aanvra
gen. Ook dat zullen precedenten zijn. Het subsidiëren van
een wereldwinkel kunnen wij nergens aan toetsen. Ik vraag
mij alleen af wat wij voor nieuwe ontwikkelingen te verwach
ten hebben. Ik wil daarmee geen waarde-oordeel uitspreken
over de wereldwinkel en de rode jeugd. Dat zijn zaken die
nog aan bod moeten komen en op eigen merites beoordeeld
moeten worden.
De heer SANDBERG: Ik geloof niet dat ik aan de argu
mentatie nieuws kan toevoegen. Ik zal het daarom kort maken.
Ik dank de heer Crul voor zijn opmerking over het aantal ver
kochte exemplaren. Ik zal daarop niet verder ingaan. Ik blijf
erbij dat de cijfermatige informatie die Oelaat ons verstrekt
heeft onvolledig is en de oorzaak van verwarring. Die informa
tie was onbetrouwbaar. Ik hoop dat ook de heer Severens mij
in dezen zal begrijpen.
Wij blijven bij onze stellingname. Oelaat heeft een te
geringe markt. De heer Severens heeft er al op gewezen dat
zoiets ongeveer drie jaar duurt. Het teruglopend advertentiebe
stand wijst erop -kennelijk hebben de middenstanders hetzelfde
gesignaleerd- dat het tekort dat zich nu manifesteert een blij
vend, structureel tekort is. In dat licht moet een aanmoedi
gingssubsidie of een aanmoedigingspremie anders bezien wor
den. Daar ligt het verschil van mening tussen voor- en tegen
standers. Moeten wij een precedent scheppen door in dit geval
te subsidiëren
Wij hebben ook gesproken over de beperktheid van de
overheidsmiddelen. Ik geloof dat de democratiseringscommis-
sie straks ongetwijfeld met voorstellen zal komen die geld
zullen kosten. Daaraan geef ik prioriteit, want naar mijn me
ning heeft de overheid tot taak objectieve informatie te ver
strekken.
De heer SEVERENS: Is objectieve informatie afkomstig
uit de gemeentelijke gaarkeuken, in de goede zin van het
woord
De heer SANDBERG: Het gaat er niet om de inhoud van
het blad te verdedigen, maar om de subsidie. Over de inhoud
of over mijn persoonlijke sympathie voor Oelaat wil ik mij
helemaal niet uit mijn tent laten lokken. Al zou ik, of zelfs
de voltallige raad, het niet eens zijn met de vormgeving en