1000 16 AUGUSTUS 1971 g;oep in dezê samenleving. Ik hoop dat zij het blad nog iang mogen behouden, al bestaat natuurlijk de kans dat de raad daar op terugkomt. Ik acht de houding van de wethouder volledig in overeenstemming met de democratische principes. De uit latingen van de heren Sandberg en Kramer kan ik mij niet voorstellen. Het zou niet democratisch zijn alleen het standpunt van b. en w. naar voren te brengen, met voor bijgaan aan de persoonlijke mening. De heer SANDBERG: Dat alternatief heeft niemand uitgesproken De heer VAN OS: Moet hij zijn mening dan buiten de vergadering uiten Waarom zou dat hier niet mogen De wethouder mag best eerst zijn eigen mening zeggen en daarna overgaan tot de verdediging van het standpunt van de meerderheid van het college. Ik acht dat volkomen de mocratisch, zulks is een open en heel eerlijk beleid. Als men het anders doet is dat naar mijn mening niet helemaal eerlijk. Als men de eigen mening verdonkeremaant weet niemand hoe de vork in de steel zit. De heer KROON: De duidelijkheid is er bepaald niet mee gediend.' De heer VAN OS: De duidelijkheid is er heel duide lijk mee gediend, mijnheer Kroon Men mag best weten dat de meerderheid van een college anders beslist heeft dan een bepaalde wethouder. Ik kan mij ook een andere verhouding binnen het college voorstellen. De raad en de burgers van Breda behoren daarvan op de hoogte te zijn. Ik meen dat dit volledig in overeenstemming is met de democratie. Ik zou het betreuren als dat anders zou worden uitgelegd. De heer SANDBERG: Wellicht was het mogelijk ge weest dat een collega-wethouder dit standpunt vertolkt zou hebben. De heer FROGER: Staatsrechtelijk is dat juist De heer VAN OS: Ik zou dat uitermate onduidelijk vinden. De VOORZITTER: Mijnheer van Os. Hoe ver bent u met uw betoog De heer VAN OS: Hoewel wij over dit laatste niet uitgesproken zijn wil ik het niet langer laten duren. Mijn standpunt in dezen is volkomen duidelijk. Iedere wethouder moet de kans hebben zijn eigen mening in de raad naar voren te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1000