1002
16 AUGUSTUS 1971
De heer VAN OS: Ik ben blij dat Oelaat niet-commerci
eel is
De heer VON SCHMID: Een zekere commercialiteit is
hen niet vreemd, anders zouden wij hierover vanavond niet
praten.
Ik wijs er op dat de wijze van werken die vanavond
betracht is afbreuk kan doen aan de bestuurskracht. Ik ben het
helemaal met de heer Sandberg eens dat het beter ware geweest
de verdediging over te laten aan een collega van wethouder
Mans.
De heer VAN CAULIL: Ik wil niet ingaan op het optre
den van de "tweemanswethouder", waarvoor sommigen bewon
dering hebben, terwijl anderen verwonderd zijn.
Men heeft steeds gesproken over een startsubsidie. Ik
wil stellen dat er van een startsubsidie geen sprake is geweest,
want men was al gestart. Er was een tekort van vijf maanden
en ons is de rekening daarvan toegezonden. Van een startsubsi
die was geen sprake, dat wil ik duidelijk stellen.
De heer CRUL: In Breda is het bekend dat in het college
over een aantal zaken verschillend gedacht wordt, want de wet
houders stammen uit verschillende partijen. Die verschillen in
standpunt komen praktisch nooit naar buiten. Iedereen in deze
raad weet dat dit soms moeilijk is, ik geloof dat de heer Kroon
dat zoeven heeft bevestigd. Ik vind het echter treurig dat de
heren Sandberg en Kramer naar voren hebben gebracht dat dien
tengevolge de afstand tussen burger en overheid vergroot zou
kunnen worden.
Iedereen in Breda weet hoe de standpunten van de poli
tieke partijen zijn. Ik ben van mening dat die standpunten ook
in het college naar voren moeten kunnen komen. In die zin
heb ik vanavond het optreden van de heer Mans ervaren.
De heer KROON: Ik wil alleen ingaan op het optreden
van wethouder Mans. Bij interruptie heb ik gezegd dat met dit
optreden de duidelijkheid niet is gediend. Er is vanavond veel
gezegd over democratie en het nader tot elkaar brengen van
bestuurders en bestuurden. Als de bestuurden, die vanavond dit
debat volgen, een wethouder met een janushoofd -twee aange
zichten- achter de tafel zien zitten, is dat een reden voor mij
me af te vragen of de duidelijkheid daarmee gediend is.
Ik kan mij voorstellen dat een bepaald compromis in
het college verdedigd wordt door de wethouder wiens portefeuille
het betreft. Mogelijk is ook dat hij het voor en tegen naar vo
ren brengt. Ik geloof echter dat de democratie zeker niet is
gediend met de wijze waarop een en ander vanavond gebeurd is.
De heer AMERICA: Er is vanavond naar mijn gevoel al
te veel over deze zaak gezegd. Zeker het laatste dat gezegd
is is te veel.
In ons aller dagblad "De Stem" ben ik onlangs beschre
ven als een soort Franciscaan. Ik vind dat een mieterse be
schrijving van mijn persoon en ik wil graag daaraan beantwoor
den, zeker nu zoveel onvriendelijke woorden zijn gezegd.