1011 16 AUGUSTUS 1971 RONDVRAAG. De heer QUADEKKER: Al zijn het gezicht en de persoon van de thans nieuwe hoofdbode, die door u in de vorige vergadering welkom is geheten en ook voor ons zeer welkom iss ons voldoende bekend, toch zou ik u, mijnheer de voorzitter, willen verzoeken in het college de mogelijkheid te bespreken hem het distinctief uit te reiken dat door de vorige hoofdbode bij deze raadsvergadering werd gedragen. Mevrouw JSGER-MIDDELBEEK: Aan het begin van de avond ben ik even gaan kijken bij de Fellenoordstraat/Nieuwe Huizen, in de ver onderstelling daar een speeltuintje te zullen aantreffen, tot de aanleg waarvan in februari door de raad is besloten. Ik zag daar inderdaad een veldje met twee afgeknotte bomen en een soort houten balkentoe- stand. Dat was alles. Daarover drie vragen: a. is dit het bedoelde speeltuintje van 12.000,--? b. Als dit zo is, wordt het dan nog uitgebreid? c. Zo niet, waaraan heeft men dan die 12. 000, -- uitgegeven? Tenslotte nog deze opmerking: als deze voorziening werkelijk bedoeld is als speeltuintje voor de jeugd in die buurt, zo'n 250 jongeren, dan is dit naar mijn mening een uiterst schamele voorziening. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Afgelopen maand heeft het college een verzoek bereikt van de winkeliers die worden vertegenwoordigd in de commissie Binnenstad Breda. De commissie verzoekt voor een proef periode van zes maanden een wekelijkse koopavond te mogen houden. Hoewel ik niet gerechtigd ben namens de Bredase consument of de Bredase huisvrouw te spreken, zou ik als consument en als huisvrouw het verzoek van de winkeliers uit de binnenstad toch graag willen steu nen, Ik vraag u hierbij dan ook het bedoelde verzoek in welwillende overweging te nemen en te zijner tijd een daartoe strekkend voorstel aan de raad te doen. De heer VAN OS: Wie vanaf de noordelijke rondweg het gebouw van het Energie- en Waterbedrijf nadert, valt direct op dat de toestand van de jalouzieën van het gebouw allerbedroevends is. Het aanzien ervan wordt daardoor grotelijks ontsierd. Geruime tijd geleden heb ik de wethouder gevraagd waarom dit zo is en of er niets aan kan worden gedaan. Nu is mij ter ore gekomen dat men overweegt nieuwe jalouzieën aan te brengen. Ik vind dat de oude dan wel erg vlug versleten zijn. Bovendien vraag ik mij af hoe hoog de kosten zijn en waarvan die wor den betaald. Dan nog een tweede vraag. Op een zaterdag werd de gestolen auto van een burger van Breda door een kennis op straat teruggevonden. De recherche werd daarvan op de hoogte gesteld. De betreffende burger heeft bij de gestolen auto drie kwartier de wacht moeten houden, om dat de recherche kennelijk maar met één man bezet was. Ik vraag mij af of dit op zaterdag om 6 uur des namiddags normaal is of dat dit een uitzondering is. De heer KRAMER: Hoewel een aantal van mijn vragen met be trekking tot het water al is beantwoord, heb ik nog steeds geen antwoord gekregen op mijn vraag over de bestemming van de Emerput. Ik breng u dit gaarne nogmaals in herinnering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1011