1020 16 SEPTEMBER 1971 9. Bestaat er met betrekking tot de vestiging van verkooppunten van benzine e. d. in de gemeente Breda een totale planning? ANTWOORD Naar aanleiding van de vragen, door de heer Van Banning (mede namens de heren Brooimans, Van Caulil en Van Overveldt), in de vergadering van de raad van 12 augustus j, 1, gesteld, delen wij het volgende mee: 1. deze vraag kan bevestigend worden beantwoord. De transactie heeft betrekking op verhuur; 2. er bestaat geen zakelijk recht; 3. dit is inderdaad het geval. Een afschrift van de betreffende ak ten hebben wij ter inzage gelegd; 4. bij brief van 28 juli j.l. hebben een tiental garagebedrijven bezwaar gemaakt tegen de eventuele vestiging van het benzine verkooppunt. Een afschrift van die brief ligt eveneens ter inzage; 5. bij brief van 17 juni j.l., waarvan wij eveneens een copie ter inzage hebben gelegd, hebben wij toestemming verleend tot het oprichten van het benzineverkooppunt. Met betrekking tot de voorwaarden welke wij aan die toestemming hebben verbonden, verwijzen wij u naar genoemde brief. Voor het verlenen van die toestemming hebben de navolgende overwegingen gegolden: de voetbalvereniging NAC is eigenaresse van het te ver huren terrein. Het verzoek van het bestuur van NAC, ingevolge artikel 8 van de overeenkomst een gedeelte van dat terrein voor andere dan sportdoeleinden te mogen gebruiken, hebben wij afgewogen tegen het belang dat zowel de vereniging als ons college hechten aan het voortbestaan van het betaalde voetbal. Dit belang rechtvaardigde naar onze mening het verlenen der gevraagde toestemming; 6. toetsing vooraf aan de hinderwet was niet nodig aangezien, zoals uit onze brief van 17 juni j. 1. blijkt, onze toestemming werd verleend onder het voorbehoud dat de voor het oprichten van het benzineverkooppunt benodigde vergunningen zouden kunnen worden afgegeven. Adviezen zijn ingewonnen bij de dienst van openbare werken, de dienst jeugd en sport en de afdelingen wel zijnszorg en stadsontwikkeling ter gemeentesecretarie. De openbaarmaking van ambtelijke adviezen is tot nu toe niet gebruikelijk; 7. de in deze vraag aan de orde gestelde problematiek onttrekt zich aan de beoordeling van ons college. Zelfs indien wel een oordeel mogelijk zou zijn, zouden wij ter zake geen bevoegdheden bezitten; 8. voor het onderhavige benzineverkooppunt zijn geen precariorechten verschuldigd;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1020