1021 16 SEPTEMBER 1971 9.. met inachtneming van de beantwoording van vraag 7 kan wor den gesteld dat er geen totale planning van benzineverkooppun ten bestaat. De uitgifte van terreinen, die voor vestiging van verkooppunten in aanmerking komen, geschiedt op stedebouwkun- dige beoordeling. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 juni 1971) De heer CRUL: Op 6 januari j. 1. heeft de wethouder van open bare werken een gesprek gehad met de actiegroep milieuverontreiniging Breda-Noord. Tijdens dit gesprek werd toegezegd dat er op niet al te lange termijn een gesprek zou plaatsvinden over de luchtverontreini ging tussen de C. S. M.de arbeidsinspectie, de inspectie van de volksgezondheid en de gemeente Breda. Voor dit gesprek zou ook de genoemde actiegroep worden uitgenodigd. Ik verzoek het college mij in te lichten over de stand van zaken op dit moment in deze aangelegenheid, waarbij ik vooral doel op het tijdstip van het te voeren gesprek en de verwachtingen die het college heeft op het punt van de noodzakelijke verbeteringen op het gebied van de luchtverontreiniging in Breda-Noord. ANTWOORD Naar aanleiding van de aanvraag van de C. S. M. om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning ingevolge de hinderwet voor een suikerfabriek op het perceel Markkade nr. 29 zijn, in over leg met de arbeidsinspectie, voorwaarden ontworpen, welke aan die vergunning zouden moeten worden verbonden. Het concept van die voorwaarden is ter beoordeling voorgelegd aan de inspecteur van de volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu, te 's-Hertogenbosch. Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat het gesprek met de ac tiegroep milieuverontreiniging Breaa-Noord medio september a. s. zal kunnen plaatsvinden. De in dat stadsdeel optredende luchtverontreiniging wordt voorname lijk veroorzaakt door de stookinstallaties van de aldaar gevestigde industrieën. Enkele bedrijven hebben hun stookinstallaties inmiddels laten ombouwen, waardoor op het stoken met aardgas kon worden overgeschakeld en andere bedrijven treffen voorbereidingen om op aardgas over te gaan. Daarom mag worden verwacht, dat deze vorm van luchtverontreiniging aanzienlijk minder zal worden. In dit ver band kan worden medegedeeld, dat op 9 juli 1971 aan de C.S.M. vergunning is verleend voor het bouwen van een aardgasreduceer- station. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d. d. 16 augustus 1971) De heer QUADEKKER: Al zijn het gezicht en de persoon van de thans nieuwe hoofdbode die door U in de vorige vergadering wel kom is geheten en ook voor ons zeer welkom is, ons voldoende bekend, toch zou ik u, willen verzoeken in het college de moge lijkheid te bespreken hem het distinctief uit te reiken dat door de vorige hoofdbode bij deze raadsvergaderingen werd gedragen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1021