1034 16 SEPTEMBER 1971 Onderwijs, terwijl ook de ingekomen brief van de oudervereniging van de basisschool aan de Molstraat van die onzekerheid getuigt. Los van alle financieringsperikelen die van invloed zijn op de scholenbouw, zouden wij graag wat meer inzicht krijgen in de plan ning en de methoden die daaraan ten grondslag liggen. Wij weten dat u er aandacht aan besteedt. Ik citeer daarvoor met instemming wethouder Broeders, die in de raadsvergadering van 22 april stelde: "Ten aanzien van de noodhuisvesting in het algemeen hebben wij een plan gemaakt, waarin wordt geanalyseerd welke noodhuisvestin- gen er zouden moeten blijven, welke niet zouden moeten blijven, welke het eerst vervangen zouden moeten worden, en dergelijke. Als wij aan vervanging toe zijn, zal dat naar mijn mening plan matig en systematisch moeten gebeuren". Nu wil ik erkennen dat de resultaten van uw plan gedeeltelijk zijn terug te vinden in het investeringsplan 1972-1976, waarmee de raad onlangs verblijd werd. "Gedeeltelijk" zeg ik met nadruk, omdat in het investeringsplan al leen de positief gehonoreerde gevallen van die planning zijn opge nomen, en niét alle scholen met huisvestingsproblemen en/of nood voorzieningen zijn vermeld. Tegen deze achtergrond zou ik het col lege willen voorstellen in de volgende jaren deze nota betreffende de huisvesting te doen vervangen door een wat uitgebreider werk plan, waarin een inventarisatie is opgenomen van alle scholen die met huisvestingsproblemen kampen, voorzien van kwaliteit en kwan titeit; een plan dat tevens aangeeft welke oplossingen, en op welk tijdstip, volgens uw planning in aanmerking komen. Wethouder BROEDERS: Met de opmerkingen die de heer Dees heeft gemaakt zal ik uiteraard rekening houden. Als wij zouden ingaan op alles wat de heer Dees heeft gezegd, zou het hele karakter van de nota moeten veranderen. Wij hebben in deze nota niet datgene wil len aangeven waarover de heer Dees het heeft gehad. Over de scholen waarvoor het gemeentebestuur zelf verantwoordelijkheid draagt, heb ben wij uitvoerige informaties verstrekt. Op basis van sociografische rapporten zijn er plannen gemaakt ten aanzien van kleuter- en basis onderwijs. Het andere onderwijs valt, zoals men weet, niet meer onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Wij vervullen daarin een niet al te gemakkelijke rol. Wij moeten, voor zover dat in het gemeentelijk beleid nog mogelijk is, de rijksoverheid helpen bij zijn taak betreffende de huisvesting van deze scholen. Met dit stuk willen wij elk jaar aangeven of wij de acute noodsituaties die zich telkenjare voordoen kunnen oplossen. Dat neemt niet weg dat het nuttig kan zijn de hele scholenplanning nog eens opnieuw te presenteren. Het lijkt mij in ieder geval dienstig in de afdeling Onderwijs de zaken nog eens onder de loupe te nemen. De heer DEES: Met de voorzichtige toezegging van de wethou der kan ik wel genoegen nemen. Als de raad geïnformeerd wenst te worden over de huisvesting van de verschillende scholen, zullen er vele bronnen aangeboord moeten worden. Ik heb mij de moeite getroost mij daarin wat inzicht te verschaffen. Daarvoor had ik no dig de investeringsplannen van twee jaren, de begrotingsboeken van twee jaren en de ^iderwïjsdocumentatie van de sociografische dienst. Met die hulpmiddelen is het mogelijk je een inzicht in de situatie te verschaffen. Ik had nog enkele vragen willen stellen naar aanlei ding van de formulering van deze nota, maar die kunnen beter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1034