1036 16 SEPTEMBER 1971 De heer JANSEN: Mij heeft hetzelfde probleem parten gespeeld. Ik ben lid geworden van DS'70, wier gedachten de intenties weer spiegelen waarmee wij de verkiezingen zijn ingegaan. Ik geloof dat het tweeslachtigheid naar buiten zou veroorzaken en dat het de dui delijkheid alleen maar ten goede komt als ik dit kan doen. De VOORZITTER: Na deze beide verklaringen is het voorstel van burgemeester en wethouders aan de orde. De beschouwingen van de heren Van Os en Jansen kunt u daarbij eventueel betrekken. De heer VAN BANNING: Dank zij de loco-loco-secretaris, de heer De Werd, die vanavond in ons midden zit, is het mogelijk geweest de tekst van een amendement dat ik wil indienen ook ter lezing te geven aan de leden van de raad. Wij hebben deze zaak besproken in de fractie en toen ontmoetten wij een enkel punt, waarvan in de fractie werd gezegd dat het raadzaam zou zijn wan neer de heren Van Overveldt en Van Banning de tekst nog eens on der de loupe zouden nemen en eventueel een voorstel tot wijziging zouden indienen. Het punt dat ik bedoel had met name betrekking op artikel 4. De heer Van Overveldt en ik hebben ons afgevraagd wat er zou gebeuren als dit voorstel werd aangenomen. Wij hebben nage keken wat er in de vergadering van 17 december over dit voorstel is gezegd. In uw resume hebt u gesteld dat het eigenlijk om twee dingen ging: om 300,voor iedere fractie en verder om 100,-- voor ieder lid van de gemeenteraad als bijdrage in de kosten, ver bonden aan zijn raadswerkzaamheden. Die bedragen zouden ter be schikking gesteld kunnen worden van een fractie die door dat lid wordt aangewezen. In het nieuwe besluit komen die zaken iets anders uit de verf. Volgens het voorliggende voorstel zou bij niet-erkenning als fractie van raadsleden die in de loop van de zittingsperiode te kennen ge ven als een afzonderlijke groepering te willen optreden niet alleen geen tegemoetkoming krijgen ad 300, -- maar evenmin in aanmer king komen voor een bijdrage in de kosten van hun werkzaamheden. Stel nu eens dat de raad van oordeel is dat mevrouw Van Nes en de heer Van Os niét als afzonderlijke fractie optreden in de raad, dan zou dat volgens dit besluit impliceren dat die 300,-- zouden wor den toegekend aan de fractie waartoe zij behoorden toen de verkie zingsuitslag bekend werd; het zou tevens betekenen dat de 100, per lid niet aan die raadsleden ten goede zou komen maar bijvoor beeld aan de fractie Democraten D'66. Dat is de reden waarom wij in willen haken op de oorspronkelijke tekst en de raad willen voor stellen artikel 2 te doen luiden: "De tegemoetkoming bedraagt 300,-- als bijdrage in de kos ten van de fractie èn 100,-- voor ieder lid van de gemeenteraad als bijdrage in de kosten, verbonden aan zijn raadswerkzaamheden, door dit lid ter beschikking te stellen van een door hem aan te wij zen fractie. Indien dit lid van de gemeenteraad geen deel meer uitmaakt van een op grond van de verkiezingsuitslag gevormde raads fractie, noch deel uitmaakt van door de gemeenteraad ingevolge ar tikel 4 van deze verordening als zodanig aangemerkte raadsfractie wordt de 100,-- aan het betrokken raadslid uitgekeerd". Artikel 4 willen wij ook graag gewijzigd zien. Wij menen na melijk dat het niet goed is in de loop van een jaar, waarvan de bedragen in januari al uitgekeerd zijn, de raad wederom een uitspraak

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1036