1037 16 SEPTFMBER 1971 te laten doen over de vraag of een bepaalde groepering als een fractie erkend moet worden, met alle financiële consequenties van dien en waarschijnlijk gepaard gaande met voorstellen tot wijziging van de begroting. Het is ons inziens een goede zaak éénmaal per jaar, en met name in januari, als de bedragen tot uitkering worden gebracht, de gemeenteraad te laten bepalen of een nieuw gevormde groepering in aanmerking komt voor een uitkering ingevolge dit be sluit. Wij stellen u dan ook voor artikel 4 als volgt te doen luiden: "Ieder jaar in de maand januari kan de gemeenteraad bepalen, dat leden die in de loop van het voorafgaande jaar aan de voorzit ter schriftelijk mededeling hebben gedaan niet meer te behoren tot de op grond van de verkiezingsuitslag gevormde raadsfractie en als een afzonderlijke groepering wensen op te treden, voor de toepassing van deze verordening als een raadsfractie worden aangemerkt". Behalve door de heer Van Overveldt en mij worden deze beide amendementen mede gesteund door de heren Van Loon en Severens. De logische consequentie van deze beide amendementen is, zo hebben wij later gemerkt, dat in artikel 3 de volgende woorden worden geschrapt: "aan een raadsfractie". Voldoende ondersteund zijnde maken de amendementen mede deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: De heer Van Ban ning heeft in de amendementen de woorden "zijn werkzaamheden" nogal onderstreept. Ik geloof dat het zin heeft daaraan ook toe te voegen: haar werkzaamheden. De heer VAN BANNING: Het bezittelijk voornaamwoord "zijn" slaat terug op "het lid".' De heer SANDBERG: Onze fractie heeft samen met de werkgroep die haar maandelijks adviseert over verschillende vraagstukken lange tijd bij dit voorstel stilgestaan. Hoewel wij kennelijk het odium op ons hebben geladen zoveel mogelijk voorstellen te toetsen aan het kwantificeerbare slijk der aarde, hadden wij ditmaal bepaald andere motieven. Het toekennen van een fractievergoeding, uit welk bedrag dat dan ook mag bestaan, is een erkenning van die fractie m. a. w.: het legaliseren van de afsplitsing. Eenmaal aangeland op die princi piële toer, kostte de gedachtenwisseling nogal wat tijd. Uiteindelijk heeft zij geleid tot een motie, die ik u aan het eind van mijn be toog zal overhandigen. Het legaliseren van afsplitsingen of uittredingen, op grond van een door de verkiezingsuitslag gevormde fractie, komt in concreto hierop neer. In de eerste plaats worden de kiezers geconfron teerd met een andere interpretatie van de verkiezingsuitslag, zonder dat de kiezers daarin überhaupt enige inspraak hebben gehad. Niet zelden wordt een dergelijke "move" dan ook bestempeld als eigen machtig optreden en soms zelfs als kiezersbedrog. Vaak gebeurt dat overigens niet ten onrechte; in dat verband moge ik u herinneren aan het zo langzamerhand ietwat kolderieke optreden van de beide vertegenwoordigers van de Nederlandse Middenstandspartij in de Sta ten Generaal, waarbij zo'n honderdduizend Nederlanders zich waar schijnlijk grotelijks bedonderd voelen. In de tweede plaats komt zo'n legalisatie erop neer dat de raads leden die niét tot die politieke groepering behoren waar zich de on-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1037