1040
16 SEPTEMBER 1971
principiële zaak betreft. Ik geloof dat dat vruchtbaarder is dan nu
een eindeloos debat te houden.
De VOORZITTER: Ik wil graag de eerste termijn afmaken, als
u dat goed vindt. Daarna zal ik de vergadering schorsen.
De heer VAN GRAAFEILAND: Ik wil graag een korte opmerking
maken over het amendement dat de heer Van Banning heeft inge
diend. Als het amendement betreffende artikel 2 zou worden aan
genomen, zou ook dat weer tot onjuistheden leiden. Indien name
lijk uitvoering zou worden gegeven aan het gestelde in de tweede
volzin van dat amendement, zou dat ertoe leiden dat de 100,--
die in eerste instantie gekozen raadsleden ontvangen ter beschikking
wordt gesteld aan een raadsfractie. Indien tijdens de zittingsperiode
een wisseling optreedt in een raadsfractie, krijgt het betrokken raads
lid 100,--. Dit lijkt mij een tekortkoming in de redactie van
het betreffende artikel.
De heer KROON: Ik voel mij een beetje de geestelijke vader
van dit alles en daarom zit ik er een beetje mee. Tijdens mijn
algemene beschouwing bij de begrotingsbehandeling heb ik gezegd
het noodzakelijk te vinden dat de fracties en de raadsleden, gezien
de enorme kosten die zij moesten maken, een tegemoetkoming zou
den krijgen. Nadat ik er daarna nog een aantal vragen over had ge
steld, is er een voorstel van het college gekomen om aan alle raads
leden 100,-- te betalen. Dat voorstel is door mij toen geamendeerd,
in die zin dat er aan de fracties een basisbedrag zou worden uitbetaald
van 300, plus 100, per fractielid. Nu hebben wij voor de zo
veelste maal met een gewijzigd voorstel te maken. Na alle besprekin
gen die er al aan zijn gewijd, geloof ik dat de zaak nu enigszins
overtrokken wordt; ik doel hierbij met name op het betoog van de
heer Sandberg. Mij gaat het erom dat de raadsfracties op de een of
andere wijze een vergoeding krijgen voor de kosten die zij moeten
maken. Het is gebleken dat een afsplitsing zich snel kan voltrek
ken en ik meen dat deze zaak op een prettiger manier geregeld
zou kunnen worden. Het voorstel dat het college nu heeft gebracht
is volkomen aanvaardbaar voor mij en daarom heb ik geen enkele
behoefte aan de amendementen van de heren Van Banning en Van
Overveldt. De heer Van Graafeiland heeft zeer terecht opgemerkt
dat ook daaruit weer nieuwe moeilijkheden kunnen voortkomen.
De heer VAN BANNING: Ten onrechte!
De heer KROON: Dat heb ik nog niet kunnen overzien.
De heer VAN BANNING: Als het tenminste niet absurd is.' De
heer Van Graafeiland schijnt bevreesd te zijn dat bij een wisseling
in een fractie het nieuwe fractielid het bedrag van 100,-- niét
aan zijn fractie ter beschikking wil stellen.
De heer KROON: Ik heb geen behoefte aan de ingediende amen
dementen. Wij moeten de zaak niet al te ingewikkeld maken.
De heer CRUL: Wij hebben deze kwestie bekeken tegen de ach
tergrond van de financiële gevolgen. Wij kunnen onze instemming