1041 16 SEPTEMBER 1971 betuigen met het voorstel en het amendement van de heer Van Ban ning. Als het om afsplitsingen gaat, kijken wij alleen naar feitelijk heden. Voor ons zijn die fracties in dit geval D'66 en DS'70. De heer VON SCHMID: De PAK-democratie! De VOORZITTER: Dames en heren. Naar ik meen te mogen stellen is hier een aangelegenheid aan de orde die in de eerste plaats de raad zelf regardeert. Wij zijn gekomen met een naar ons oordeel aanvaard baar voorstel, maar de raad dient zelf te beslissen over de vergoedings regeling. Ik wil er voorts aan herinneren dat dit voorstel is voortgekomen naar aanleiding van vragen uit de raad zelve. Anderhalf jaar gele den is het college zeer nadrukkelijk gevraagd te gaan denken aan vergoedingen voor de steeds uitgebreidere werkzaamheden van de fracties. Op 17 december 1970 heeft de raad een besluit genomen. Het voorstel is nu teruggekomen in de raad, nadat het besluit bij het college van gedeputeerde staten ter visie heeft gelegen, omdat de raad zich thans uit moet spreken over de vraag wat hij precies on der raadsfracties verstaat. Er zijn nu zoveel wijzigingen aangebracht, dat het vrijwel on mogelijk wordt tot besluiten te komen. De heer Van Loon heeft een amendement ondertekend maar heeft nu te kennen gegeven dat het geld teruggestort mag worden in de gemeentekas. Het wordt, op zijn zachtst gezegd, een wat vreemde zaak. Zonder op alle details te willen ingaan, wijs ik er u met na druk op dat het hier gaat om vergoedingen aan raadsfracties. Ik heb er wat moeite mee als de heer Van Banning dan voorstelt er 300,-- van te maken plus 100, -- voor elk raadslid als bijdrage van zijn of haar werkzaamheden. Dat is niét de opzet geweest van de rege ling. Het komt mij wat vreemd voor dat een raadslid dat geen deel uitmaakt van een door de gemeenteraad aangemerkte raadsfractie toch recht kan ..doen gelden op het bedrag van 100,--. Als een raadslid als eenling in de raad zit, zou hij zelfs 100,-- plus 300,-- krijgen! Bovendien zie ik enig bezwaar, als ik kijk naar artikel 100 van de gemeentewet, wanneer het een wethouder zou betreffen. De heer VAN LOON: Ik wil graag een ordevoorstel doen. De VOORZITTER: De heer America heeft eerst voorgesteld de vergadering te schorsen. Ik acht het verstandig in de eerste plaats dat verzoek in te willigen. De heer VAN LOON: Mijn ordevoorstel houdt verband met het door de heer America gedane voorstel. Ik wilde voorstellen dit agen dapunt even te laten liggen en de schorsing op de normale tijd - negen uur - te doen plaatsvinden, zodat wij wat ruimer de gele genheid hebben om ons te beraden. De heer AMERICA: Ik heb daar ernstige bezwaren tegen. Ik kan niet verder vergaderen voor dit punt besproken is. De VOORZITTER: Dan schors ik thans de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1041