1053
16 SEPTEMBER 1971
Wethouder BROEDERS: Ik acht mij ontslagen van de verplichting
de persoonlijke opmerkingen van de heer Brooimans te beantwoorden,
aangezien ik van oordeel ben dat dat niet op mijn weg ligt.
Mevrouw Willems vindt het vreemd dat de raad eerst "gehoord"
is over de verhoging van het presentiegeld, zoals de officiële term
luidt, en dat er later een hoger bedrag uit de bus is gekomen, zonder
enige motivering. Het was wellicht inderdaad beter geweest wanneer
er enige motivering was gegeven. Het is mij niet bekend welke fac
toren een rol hebben gespeeld bij het vaststellen van een hogere ver
goedingsregeling. Ik acht het niet onmogelijk dat verschillende ge
meentebesturen in Brabant hebben laten weten de toegekende vergoe
ding momenteel te laag te vinden, dit in verhouding tot gemeenten
in andere provincies. Ik weet niet of dit als motief heeft gegolden
voor gedeputeerde staten, ik weet alleen dat in het verleden die op
merkingen hebben geklonken van diverse zijden.
De enige consequentie van het niet aanvaarden van dit voorstel
is dat een bepaalde begrotingspost wordt overschreden. Artikel 60 be
paalt dat de leden van de raad een vergoeding kunnen genieten voor
het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad en van de
afdelingen. Als de raad zich daarmee akkoord heeft verklaard, stellen
gedeputeerde staten, gehoord de raad, de vergoedingen vast» Dit alles
is gebeurd. Wij hebben getracht te becijferen op welk bedrag wij met
deze door gedeputeerde staten voorgestelde vergoeding zouden uitko
men. Wordt dit voorstel niet aanvaard, dan wordt de betreffende post
ver overschreden en zal in de rekening een omschrijving verschijnen
op grond van deze ontwikkeling.
De VOORZITTER: De heer Brooimans heeft gepleit voor het
houden van efficiënte vergaderingen. Het is een heel goed voornemen;
met voornemens gaat het niet altijd even goed, maar wij zullen ons
best moeten blijven doen.
Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Voor ons blijft het een on
verteerbare zaak deze verhoging in deze tijd te aanvaarden. Misschien
is het mogelijk aan de door gedeputeerde staten voorgestelde extra
verhoging een andere bestemming te geven. Ik zou willen voorstellen
dit voorstel aan te houden en in overleg met de andere fracties naar
een bestemming voor het geld te zoeken.
De heer VAN BANNING: Ik heb waardering voor de goede be
doelingen van mevrouw Willems en haar groepering, maar ik geloof
dat het toch een slag in de lucht is. Uit het antwoord van de wethou
der heb ik begrepen dat ons maar enkele mogelijkheden zijn gegeven;
öf helemaal geen presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeen
teraad en van de afdelingen, of efficiënter, dus minder frequent,
vergaderen. Het gebaar dat mevrouw Willems heeft gemaakt sorteert
naar mijn mening helemaal geen effect naar buiten.
De heer CRUL: Het is in het debat misschien niet goed overge
komen, maar mevrouw Willems heeft een voorstel ingediend, dat u
officieel zal worden overhandigd.
De VOORZITTER: Dat had ik niet begrepen. Wat behelst het
voorstel?