1066 16 SEPTEMBER 1971 naar mijn verwachting in de toekomst nog wel toenemen, als de be huizing van de Kredietbank zal worden verbeterd. De toekomstver wachtingen van het college zijn anders dan die van mij. Ik vind de verwachtingen van het college nogal hoog gespannen. Ofschoon er volgens het college een gepaste acquisitie is, niet gebaseerd op een agressieve werving, zal dit mijns inziens niet leiden tot een enorme ontwikkeling van de Kredietbank. In het voorstel dat ons is aangeboden als agendapunt 6 stelt het college dat de bepaling in artikel 15, dat geldleningen tot een bedrag hoger dan 1500, - de goedkeuring van hét college behoeven, ge handhaafd kan blijven. In een vorige vergadering hebben wij een di recteur mogen benoemen en ik acht het gepast deze wat meer armslag te geven door dat bedrag minstens te verhogen tot 2500, -. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Onze fractie wil de sociale functie van de Gemeentelijke Kredietbank benadrukken, evenals het college. Wij verheugen ons dan ook over het voortbestaan van deze instelling. In bijlage 289 merkt het college op dat het niet de bedoeling is het wervingsgebied van de Gemeentelijke Kredietbank door agres sieve werving uit te breiden. Misschien kan het toch geen kwaad wat meer bekendheid aan de bank te geven. De huidige publikatiemetho- den lijken mij onvoldoende om alle potentiële cliënten te bereiken. Tussen agressieve werving en de huidige methode ligt nog een heel scala van mogelijkheden. Ten aanzien van de krediet-registratie wil ik het volgende op merken. In principe gaan wij akkoord met dit voorstel. Toch staat onze fractie altijd wat huiverig tegenover deze zaken. Altijd blijf je zitten met de angst voor inbreuk op de privacy. Er is op dit terrein een griezelige ontwikkeling gaande, een ontwikkeling die wij niet tegen kunnen houden, maar die wij wel met argusogen moeten volgen om voldoende waarborgen veilig te stellen. Recente publikaties in dag- en weekbladen geven ons een goed overzicht van de stand van zaken op dit terrein en de gevaren voor de toekomst. Daarbij rijzen angstige vragen, waarvan de voornaamste volgens professor Buitendijk zijn: welke waarborgen zijn er dat de privacy niet wordt aangetast? Welke garanties zijn er dat de bewaarde gegevens juist zijn? Brengen al die opslagplaatsen van informatie veranderingen teweeg in het machtsevenwicht? Het zou uren kosten om op al deze vragen in te gaan. Dat zullen wij op dit late uur niet doen, maar het is van be lang ze te signaleren en ze voortdurend in ons achterhoofd te houden. In het dagblad De Tijd van 6 september jl. zegt de voorzitter van de Stichting Bureau Krediet-Registratie dat het in overweging te nemen is de betrokkene bij kredietverlening op enigerlei wijze uit drukkelijk op de registratie te wijzen. In De Nieuwe Linie van deze week zegt professor Buitendijk: iedereen heeft het recht te weten wat er over hem wordt bewaard; iedereen heeft het recht om die gegevens in te zien, het recht om te weten wie er toegang heeft tot die infor matie en met welk doel, het recht om onjuiste informatie aan te vech ten. Bij het Bureau Krediet-Registratie is het in strijd met de regle menten dat de betrokkenen inzage in de registratie verschaft wordt. Wel hebben tot nu toe de deelnemers het recht het geregistreerde even tueel op onjuistheden te onderzoeken. Ik zou er dan ook uitdrukkelijk op willen aandringen dat het college meewerkt aan een wijziging van de reglementen op dit punt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1066