1072 20 SEPTEMBER 1971 De heer VAN GRAAFEILAND: Ik acht mij nog niet helemaal ontslagen van de plicht nog even op de opmerking van de heer America in te gaan. Hij stelde dat hij niet begreep waarom er dezerzijds zo werd aangedrongen op de rentabiliteit van deze bank. Ik geloof dat er sprake is van een zeker misverstand omtrent de inhoud van wat men misschien wat onzorgvuldig de sociale functie van de Kredietbank kan noemen. In die zin is het een misverstand dat hij stelt dat de bank zich bezighoudt met het verstrekken van kredieten aan een categorie van sociaal-zwakkeren die buiten hun schuld tot die categorie behoren. Dit is echter bepaald niet het ge val. De redenen waarom men bij de Kredietbank kredieten krijgt en niet bij de normale handelsbanken liggen doorgaans op een ge heel ander vlak dan een sociale zwakte. Het zijn meestal techni sche redenen: De leeftijd voldoet niet aan de voorwaarde die de handelsbanken stellen - beneden 25 en boven 60 jaar -, een te kort dienstverband met de huidige werkgever, waarvoor de banken normaliter 2 jaar stellen of een te gering bedrag, zodat het voor de banken niet interessant is. Doorgaans zijn dit de redenen waar om men bij de Kredietbank terecht komt. Wij zouden dus kunnen zeggen dat deze bank wel degelijk een economische functie heeft met zekere sociale aspecten. Daarom vinden wij het een normale eis dat de bank zichzelf bedruipt en derhalve rendabel is. Wij hebben inderdaad tussen de regels door moeten lezen dat er zich een duidelijke standpuntbepaling ten aanzien van de Kre dietbank bij het college heeft voorgedaan. Nu is dit een onderwerp waarover reeds langdurig van gedachten wordt gewisseld en dat ieder jaar terugkomt, maar ik zou het prettiger hebben gevonden wanneer dit duidelijk uit de stukken zou zijn gebleken. De heer VAN OS: Van het belang van het beschermen van de privacy behoeft de wethouder ons niet te overtuigen. 1 Ik wil even terugkomen op het tweetal vragen dat ik heb ge steld. In de eerste plaats heb ik gevraagd of het mogelijk is dat de aanvrage van het krediet duidelijk wordt gemaakt dat daaromtrent informaties zullen worden ingewonnen. Hierop heeft de wethouder be vestigend geantwoord en ik kan mij derhalve voorstellen dat dit in de instructies voor de directeur van de bank komt te staan. Mijn tweede vraag was: Als een aanvrage wordt afgewezen, krijgt de aanvrager dan de mededeling waarom het krediet wordt geweigerd? Het antwoord van de wethouder was dat dit gebruikelijk is, maar ik zou graag zien dat hij mij toezegt dat dit altijd gebeurt en dat eveneens in de instructies wordt opgenomen dat aanvrager wordt me degedeeld op welke grond hem het krediet wordt geweigerd. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Over de sociale functie be hoeven wij thans niet meer te spreken, want wij hebben de vorige keer reeds gezegd dat wij dit onderschrijven en dat wij het eens zijn met hetgeen de heer America hierover heeft opgemerkt. In derdaad kunnen wij over dit onderwerp, als dat nodig mocht blij ken te zijn, op een ander moment van gedachten wisselen. Ik ben blij met de opmerking van de wethouder over het be kendheid geven aan het bestaan van de Kredietbank. Voorts kan ik het met hem eens zijn dat wij op het behouden van de privacy at tent moeten blijven. Ik wil derhalve nogmaals zeggen dat de deel nemers er gezamenlijk op moeten aandringen dat het reglement in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1072