1076
20 SEPTEMBER 1971
dit voorstel. De reden dat ik er toch iets over wil zeggen is de
volgende. Wij hebben in het begin ten aanzien van dit voorstel
wat terughoudendheid gehad. Inmiddels heeft de wethouder ons ech
ter in de raadsafdeling toegezegd dat wij binnenkort over de Stede
lijke Muziekschool uitvoerig van gedachten kunnen wisselen. Immers,
er bestaat op dit moment geen zicht op de toekomstige ontwikke
ling van die muziekschool, met name bestaan er vragen over hoe
het moet gaan met de uitbreiding van het aantal leerlingen, of er
al dan niet dependances moeten komen en zo ja, of zij dan in
verschillende stadswijken moeten komen. Met betrekking tot dit
laatste wijs ik nog even op hetgeen mijn voorganger, de heer Van
der Werff, vorig jaar bij de begrotingsbehandeling over decentrali
satie in het algemeen heeft gezegd. Men kan natuurlijk zeggen dat
het doorgaans niet verstandig is investeringen te doen als er geen
zicht op de toekomstige ontwikkelingen is, maar onze fractie is
van mening dat de voortgang van de activiteiten van de Stedelijke
Muziekschool moet worden gecontinueerd en dat derhalve deze te
gemoetkoming moet worden gedaan.
Wij kunnen dus met dit voorstel akkoord gaan, maar daarbij
wil ik aantekenen dat wij hopen op korte termijn deze zaak nog
eens te kunnen bespreken.
De heer AMERICA: Ik ben blij te horen dat er in de afdeling
nog uitvoerig over deze zaak zal worden gesproken; jammer genoeg
heb ik daarin geen zitting.
Persoonlijk heb ik enkele vragen en ik spreek derhalve niet na
mens de fractie. Zo zou ik graag willen weten welke laag van de
bevolking op dit moment gebruik maakt van de muziekschool, liefst
gescheiden in de categorie die individueel en groepsgewijs muziek
onderwijs krijgt en in de groep die de zogenaamde algemeen mu
zikale vorming ontvangt. Ik heb namelijk de indruk dat deze voor
ziening slechts bereikbaar is voor een zeer kleine toplaag. Het lijkt
mij dan ook nuttig, en misschien kan daarbij de sociografische dienst
hand- en spandiensten verlenen, dat wij eens een inzicht krijgen in
de werkelijke bereikbaarheid van deze muziekschool. Voorts zou ik
graag eens worden geihformeerd over de visie die de leiding van de
muziekschool heeft ten aanzien van de werkwijze in de toekomst:
moet de huidige werkwijze worden gehandhaafd of moet ook binnen
deze vorm van onderwijs meer groepsgewijs worden gewerkt? Mis
schien zouden bepaalde nieuwe, veel speelser vormen voor het ge
ven van onderwijs kunnen worden ingevoerd. Ik betreur het dat nu
alleen een uitbreiding van lokaliteit wordt gevraagd en dat hieraan
niet een bepaalde vorm van experimenteren wordt gekoppeld, zoals
bijvoorbeeld het leren ervaren van muziek, het gewoon fijn vinden
met muziek bezig te zijn e. d. Op dit moment aarzel ik mijn kind
naar de muziekschool te brengen, omdat ik het ervaar als een te
rationeel gebeuren. Mogelijk kan ik hierover eens iets vernemen.
De heer FROGER: Het is met een beetje angst dat ik over de
muziekschool spreek: in dit opzicht is mijn verleden belast.
Ik heb tot mijn vreugde gezien dat de Stedelijke Muziekschool
zeven uitermate vette jaren heeft beleefd. Toen het nog een par
ticuliere school was, is er 90 jaar lang om geld gevochten en dit
schijnt op dit moment geen enkel probleem meer te zijn. In twee
jaar tijd - over de begroting 1972 mag ik eigenlijk nog niet spre
ken, maar het wordt in het voor ons liggende stuk ook gedaan en