A
1077
20 SEPTEMBER 1971
daarom durf ik dan ook - is van ongeveer 300.000,naar bij
na 600.000, gesprongen. En met de heer America vraag ik mij
af aan wie dit geld wordt besteed, hoewel ik mij dat uit een an
der oogpunt afvraag. Het vorig jaar heeft de muziekschool na 7
jaar ploeteren weer een aantal van ongeveer 1000 leerlingen gehaald
en als wij dit aantal delen op de totale kosten, dan moeten wij
zeggen dat dit, of het nu algemeen vormend muziekonderwijs of
persoonlijk onderricht is, een enorm bedrag per hoofd is. Ik vraag
mij af of wij even gul zijn ten aanzien van de jeugd als het om
andere hobby's gaat. Van de wethouder zou ik dan ook graag ver
nemen waar dit naar toe gaat. Zijn er in de toekomst misschien
wel miljoenen guldens mee gemoeid?
Wethouder MANS: Ik ben blij met het feit dat de raad dit voor
stel kan aanvaarden.
De heer Sandberg heeft begrepen dat de problematiek van de
muziekschool vandaag niet aan de orde is. Wij hebben in de afde
ling naar aanleiding van dit voorstel over de problemen gesproken.
De vragen van de heren Sandberg en Froger zijn in het algemeen
en op wat voorzichtige wijze besproken, maar wij zijn overeenge
komen dat wij in de volgende afdelingsvergadering de problemen aan
de orde zullen stellen, bij welke vergadering de directeur van de
muziekschool aanwezig zal zijn. Bovendien hebben wij afgesproken
dat wij er bij de begrotingsbehandeling over zullen gaan praten.
De heer FROGER: Het is natuurlijk zeer waardevol als er in de
afdeling over wordt gesproken, maar ik geloof dat er ook in het
openbaar over kan worden gepraat. Ik mag toch aannemen dat de
wethouder daarin thuis is!
De heer AMERICA: Ik zou graag een nadrukkelijker toezegging
krijgen met betrekking tot de sociale categorie, met name dat zij
wat expliciet wordt aangegeven. Het zou jammer zijn als het zou
blijven bij een bepaald gevoelen van de directeur of van wie dan
ook. Ik zou graag zien dat er aan de hand van exacte cijfers wat
licht wordt verschaft.
Wethouder MANS: Het rapport van de sociografische dienst over
de muziekschool is al onderweg: het ligt op mijn bureau en u krijgt
het volgende week.
De heer Froger kan ik zeggen dat ik er graag in het openbaar
over wil spreken, maar dan op het moment dat de tijd daarvoor
rijp is, dus bij de begrotingsbehandeling.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
37. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM HET
BIJ BRIEF VAN 18 OKTOBER 1965 DOOR DE GEMEENTERAAD
INGESTELDE BEROEP TEGEN PLAATSING VAN EEN AANTAL
PANDEN OP DE MONUMENTENLIJST IN TE TREKKEN, MET
UITZONDERING VAN EEN BEROEP TEGEN PLAATSING OP DE
ZE LIJST VAN DE PANDEN VEEMARKTSTRAAT 68 EN 74.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: In de afdeling heb ik reeds mijn
stem tegen een gedeelte van dit voorstel laten horen en ik wil