20 SEPTEMBER 1971
1080
van een plan voor de binnenstad noodzakelijk is dat deze panden
verdwijnen alsnog tot sloop kan worden overgegaan. Waarom zou
den wij dan nu deze beslissing nemen?
De heer SPANJER: Het voorstel, dat mogelijk vanavond voor
een groot gedeelte wordt teruggenomen, dateert al van 6 jaar ge
leden. Daaruit blijkt wel dat het instellen van een beroep bij Mo
numentenzorg een bijzonder langdurige procedure is. Nu heb ik be
grepen dat het wat eenvoudiger is als er een enkele sloopvergunning
wordt aangevraagd. Wij moeten echter niet vergeten dat wij reeds
in een volgend stadium verkeren: wij hebben al een sloopvergunning
aangevraagd, doch de minister heeft die geweigerd. Nu willen wij
ingevolge art. 26 van de Monumentenwet tegen de beslissing van
de minister bij de Kroon in beroep gaan, hetgeen kan betekenen
dat er alsnog een sloopvergunning wordt verleend. Het bezwaar dat
ik de laatste dagen veel heb gehoord is: als men gaat slopen ont
staan er weer nieuwe gaten, terwijl er niet eens een nieuwbouw-
plan is. Het lijkt mij echter nogal moeilijk om zo'n plan te ma
ken als niet zeker is dat deze twee panden kunnen worden gesloopt.
Het zou betekenen dat men verschillende plannen moet maken, maar
ik kan mij voorstellen dat men terugdeinst voor de daaraan verbonden
kosten. Ik geloof dan ook dat het voor de hand ligt dat de lopende
procedure wordt voortgezet en wij zouden nu kunnen afspreken dat
er, als de sloopvergunning wordt verleend, niet zal worden gesloopt
zolang er geen redelijk nieuwbouw plan is.
Er is zojuist gevraagd waarom deze twee panden niet kunnen
worden opgeknapt. Ik heb echter begrepen dat zij in feite op de
lijst van Monumentenzorg staan in verband met het stratenbeloop
en dat er derhalve voor de restauratie van deze panden geen subsi
die wordt gegeven. Mogelijk kan de wethouder mij daarover nader
inlichten.
Vervolgens wil ik nog even inhaken op een zin uit de brief
van het comité binnenstad, welke ik wel juist vind. In die brief
staat dat het tijd wordt dat het verwaarloosde stadspunt zijn defini
tieve gestalte krijgt. Nu geloof ik dat het opknappen van de bin
nenstad en de tija die verloren gaat voordat dit kan gebeuren een
belangrijk motief moet zijn bij hetgeen waarover wij vanavond een
beslissing nemen. Misschien kan de wethouder ons over de tijdsduur
nog een en ander mededelen.
De heer VAN MERKOM: Onze fractie is met de monumentenraad
van mening dat het reëler en doelmatiger is per geval te onderhan
delen en naar een oplossing te zoeken, als het ware een en ander
in der minne te schikken. Wij hebben echter ook enige moeite met
het maken van enkele uitzonderingen, waaruit men zou kunnen con
cluderen dat deze niet in der minne kunnen worden geschikt. Voorts
kunnen wij in het stuk geen duidelijke argumentatie vinden voor
het feit dat deze panden moeten worden gesloopt. Enerzijds is uw
college van mening dat voor de toekomstige bebouwing hoek Vee-
marktstraat/Vlaszak het slopen van beide panden nodig is, omdat
zij de totstandkoming van een nieuwe, afrondende bebouwing letter
lijk in de weg staan en anderzijds wordt gezegd dat het beloop van
de straatwand kan worden gehandhaafd. Mijn vraag is: wat is hiervan
de achtergrond?