FjLis- F'e
1081
20 SEPTEMBER 1971
Wethouder VAN DUN: Het lijkt mij wat moeilijk bij de raad
de indruk weg te nemen dat het college bestaat uit cultuurbarbaren,
die niets liever doen dan de binnenstad verminken. De heer Geene
zegt dat wij niet weten wat wij met die binnenstad moeten gaan
doen, maar ik geloof dat wij dat zeer goed weten. Naar mijn me
ning moeten wij zien te bereiken dat de binnenstad een centrum
wordt waar voldoende koopkracht, ambitie en vitaliteit in zit om
met de rest van Breda datgene te zijn dat in de raad meermaals
naar voren is gekomen, namelijk Breda als centrum in het westen
van Brabant. Ik meen dat er in de binnenstad dan voldoende mo
gelijkheden moeten zijn om die vitamine en injecties te geven,
waardoor dit kan worden waargemaakt. Zonder voorbij te willen
gaan aan de brief van het comité binnenstad gel oof ik dat wij ons
wat moeten losmaken van al te emotionele betogen, zoals: hier
gaat een stuk historie tegen de vlakte. Dat is niet waar. U moet
weten dat er een bestemmingsplan beschermd stadsgezicht is klaar
gekomen. Dit plan omvat het grootste gedeelte van de stad en ook
net grootste gedeelte van de Veemarktstraat, echter met uitzonde
ring van het stuk waar de twee panden staan. Wat is er verder aan
de hand? Wij trekken het ingestelde beroep tegen plaatsing op de
monumentenlijst van een aantal panden aan de Veemarktstraat terug,
met uitzondering van de nummers 68 en 74. Dit is gedaan, omdat
het te maken heeft met de situering vap Beyerd - Vlaszak. De ste
debouwkundigen van de dienst van openbare werken, de beleggers en
de mensen die belangstelling hebben voor dit braakliggende terrein
moeten toch echt wel weten wat er op die plaats mogelijk is en
als wij nu de situering ter plaatse bekijken dan zullen er alleen aan
de westzijde mogelijkheden zijn als wij deze plannen ter discussie
stellen. Hieraan zal de monumentenraad meedoen. Ik geloof dan
ook dat u zich op het voorstel verkijkt als u zegt dat er wordt ge
sloopt zonder dat er een alternatief is. Dit is per se niet het geval,
maar mogelijk is het voorstel daarover wat onduidelijk. Volgens
mij heeft Monumentenzorg geen bezwaar tegen het slopen van de
ze panden.
De heer FROGER: Dat is onjuist: ik heb gebeld en toen bleek dat
er wel bezwaren zijn.
Wethouder VAN DUN: Dan heeft Monumentenzorg twee telefoons,
mijnheer Froger.Ik was echter nog niet klaar met mijn zin. Er moet
aan worden toegevoegd: mits men mag meewerken aan de constructie
van het stratenbeloop van de Veemarktstraat. Dat betekent dat el
ke 'situering die daar noodzakelijkerwijs moet komen geen afbreuk
mag doen aan het stratenbeloop van Beyerd Vlaszak. De heer Span-
jer moet ik zeggen dat het geen historische panden zijn: zij zijn
alleen opgenomen vanwege de historische waarde in dat stratenbe
loop, hetgeen inhoudt dat er voor het opknappen geen subsidie wordt
gegeven. Wij willen hier niet gaan slopen, maar wij willen alleen
middels het formele handhaven van dit beroep de mogelijkheid heb
ben plannen te kunnen ontwikkelen voor onder meer de westzijde van
Beyerd Vlaszak, wat in samenwerking met de monumentenraad zal
worden gedaan. Ik hoop dat de raad ons daarin kan steunen.
De heer GEENE: Ik heb er bezwaar tegen dat de wethouder het
doet voorkomen alsof de raad de leden van het college voor cultuur-