1083 20 SEPTEMBER 1971 beslist op het verzoek binnen 6 maanden na de datum van ontvangst". Nu kan ik mij niet voorstellen dat deze termijn tot 6 jaar kan uitlopen, want zo oud is het voorstel al. De heer VAN MERKOM: Ook wij zien burgemeester en wethou ders niet als cultuurbarbaren. Wij geloven dat er voor deze panden heel goed op een moderne wijze een oplossing kan worden gevonden, hetgeen mogelijk is door het handhaven van de oude gevel, maar ook aoor een klein-scha- lige bebouwing. Onze fractie is echter bang dat er, wanneer er eenmaal een gat in die wand is gevallen, niet op dezelfde wijze weer kan worden opgevuld. Onze fractie heeft overigens nog steeds moeite dat de twee gedeelten in het voorstel aan elkaar zijn gekoppeld. Wethouder VAN DUN: Ik ben blij dat ik mevrouw Van Nes goed heb begrepen en mij het verwijt dan ook terecht heb aange trokken, hoewel de heren Geene en Van Merkom het er niet mee eens zijn. Bij het betoog van mevrouw Van Nes voelde ik mij ech ter een kleine cultuurbarbaar. Misschien kunnen wij er in de afde ling nog eens over praten. Op de formele opmerking van de heer Froger kan ik zeggen dat wij het nu niet over 6 maanden hebben en de beschikking van de minister, maar over 6 jaar in de beroepsinstantie die wij tegen de beslissing van de minister aanhouden in de richting van het de partement. De heer FROGER: Maar u kunt toch binnen 6 maanden een ver gunning krijgen om alsnog te kunnen gaan slopen. Wethouder VAN DUN: Natuurlijk, maar dan zou er geen enkele stagnatie mogen optreden. Wij moeten uitgaan van de bestaande situatie, namelijk dat de minister afwijzend heeft beschikt en dat wij in beroep zijn gegaan op 13 oktober 1965, terwijl wij op dit mo ment eigenlijk nog niets weten. Voorts moeten wij de zaak niet over trekken, want als de heer Van Merkom zegt dat het zonde van die panden is, moet ik zeggen dat deze panden helemaal niet op de monumentenlijst staan. Het gaat hier om het stratenbeloop en dat wordt in elke nieuwe opzet van dat stuk Veemarktstraat gerelateerd aan de westzijde van de bebouwing Beyerd Vlaszak gehandhaafd. Dit staat overigens ook in het stuk. De heer Geene moet ik er op attent maken dat het handhaven van de oude gevel bij een slagers winkel heel goed mogelijk is, maar als u denkt aan hetgeen daar moet verrijzen dan kan dat niet worden afgedaan met het optrek ken van wat geveltjes. Ik hoop dat de raad begrijpt dat wij hier geen historisch goed van Breda willen slopen. De vraag is aan de orde of u er mee akkoord kunt gaan dat deze panden worden ge- amoveerd als het historisch stratenbeloop zal worden gehandhaafd en als het in verband met de plannen aan de westzijde nodig zal zijn. De heer FROGER: Volgens mij staan deze panden wel op de monumentenli jst. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik weet dat er in de vorige af delingsvergadering is gezegd dat de kroonlijsten van deze panden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1083