107 11 FEBRUARI 1971 gemeente wat meer mogelijkheden zal geven, alhoewel door de amen dementen die in de Tweede Kamer zijn aangenomen maximum tarie ven zijn ingevoerd voor zowel de eigenaren als de gebruikers van on roerend goed. Ook wat dit aangaat zullen wij ons moeten beraden over de vraag tot welke hoogte Breda hiervan gebruik zal maken. Ik meen hiermee in het algemeen een inzicht in de begroting te hebben gegeven. De heer Crul heeft nog gevraagd of wij nu minder geld krijgen. Van de rijksoverheid krijgen wij niet minder geld dan bij een goedgekeurde begroting het geval is. Het gevaar is wel aan wezig dat de raad van Breda dan moeite gaat krijgen met tariefaan passingen en belastingverhogingen. Ik geloof overigens dat wij, voor zo ver dat mogelijk is, het systeem van een sluitende begroting moeten handhaven, daarbij niet stilzittend met betrekking tot hetgeen ons bij hogere instanties te doen staat. Ik heb de reserves even genoemd, omdat een tijdelijke uitzet ting van het budget door aanwending van reserves mogelijk is. Dat is één kant van de zaak. De tweede kant van de zaak is - ik wil daarop wat nader ingaan, omdat daarover anders misverstanden zouden kun nen ontstaan - dat de aanwending van de reserves geen oplossing biedt voc de financieringsmoeilijkheden. De heer Van Loon bedoelt het ook niet zo hij bedoelt te zeggen dat de uitgaven en inkomsten in enig jaar beter met elkaar in evenwicht zouden kunnen worden gebracht. Voor de fi nanciering liggen de centen niet klaar om gebruikt te worden. Om u daarin een inzicht te geven vertel ik u dat op 1 januari van dit jaar het geïnvesteerde bedrag 620 miljoen bedroeg. Aanwezig was aan financieringsmiddelen op lange termijn een bedrag van ƒ574 miljoen, waarin o. a. ƒ174 miljoen aan woningwetleningen zit. Nadat alles wat er is aan reserves, waarborgfondsen e. d. is aangewend, hebben wij nog een tekort van 46 miljoen aan financieringsmiddelen. Verder hadden wij op 1 januari 44,5 miljoen aan kasgeldleningen, terwijl wij nog een krediet in rekening courant hadden van 1,5 miljoen. Wij ramen dat wij thans globaal een tekort aan financieringsmiddelen van 52 miljoen hebben. Wij mogen met kort geld eigenlijk maar financieren tot 25 miljoen, en dat betekent dat wij een tekort aan financieringsmiddelen hebben van 27 miljoen. Bij de toewijzing van de financieringsmiddelen zullen wij de helft ervan dus moeten besteden omdeoverschrijdingvandekasgèldnormgoedtemaken. Hiermee ziet u het gehele probleem van de financiering, los van de budgettering. U moet dus begroting en financiering wel uit elkaar houden. Ik wijs hierop, omdat men vaak zegt: als het geld door de raad gevoteerd is en als ge reserves gebruikt zoudt ge het onmiddellijk kunnen doen. Op al die zaken moet echter goedkeuring worden verkregen en voor al die zaken moeten financieringsmiddelen worden aangetrokken. Hiermee wil ik bepaald niet zeggen dat de raqd geen besluiten zou kunnen nemen om bepaalde dingen in gang te zetten, maar wel dat daarmee dan niet al de volgende dag begonnen kan worden. De heer Crul heeft gezegd dat er bij g. s. nog zoveel te wachten ligt op goedkeuring, omdat met betrekking tot het investeringsplan ei genlijk gezegd wordt: moeten wij dat wel al te serieus nemen. Nu ko men die bult en dat gat naar voren, want die 86. 700, -- aan lasten bij volledige uitvoering van het plan zijn in de begroting inderdaad niet geraamd. Ik wil u nu toch op bepaalde aspecten van de begroting wijzen. U hebt misschien wel eens de indruk dat hier altijd wat con servatief is begroot en dat men altijd de zekerste weg heeft gekozen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 107