1095 20 SEPTEMBER 1971 huidige structuur is, dan ben ik er nog niet zo van overtuigd dat deze bond het bij het verkeerde eind heeft als hij zegt dat er in onze maatschappij een heleboel veranderd moet worden, omdat er voor de mensen waar het nu om gaat anders geen uitweg zal ko men. Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Ik zou van de wethouder willen weten of er in de verouderde wijken wordt geihspecteerd. Hierdoor kunnen immers de gebreken in een vroeger stadium worden gesigna leerd en kan men voorkomen dat aan huizen die op instorten staan nog geld wordt gespendeerd. De heer AMERICA: Ik ben blij dat na het vorige voorstel, waar voor veel lof is uitgesproken, nu dit voorstel aan de orde is, omdat daaruit blijkt hoe groot de woningnood en alle ellende die daarmee samenhangt is. Derhalve had ik wat moeite met alle lof, want wij doen nu inderdaad iets voor 157 woningen, maar ik geloof dat wij ons ook moeten realiseren dat wij nog zoveel niet doen. Dit komt tot uiting in het thans voor ons liggende voorstel en ik hoop dat wij dit gezamenlijk in ons toekomstig programma als eerste punt kunnen laten staan. Wethouder VAN DUN: De heer America zegt hetzelfde als ik heb gedaan bij de behandeling van het vorige voorstel en daar ben ik blij om. Immers, ik heb de lof wat getemperd, omdat ik van mening ben dat het probleem hiermede niet is opgelost. Er zal nog heel wat meer moeten gebeuren. Aan mevrouw Jager kan ik antwoorden dat deze woningen regel matig worden geihspecteerd. Met bouw- en woningtoezicht heb ik de huizen laatst allemaal ook zelf bekeken. Het onbewoonbaarver- klaren van een woning is echter ook geen oplossing, omdat er dan eveneens vervangende woonruimte nodig is. De inspectie heeft er wel toe geleid dat de in bouwkundig opzicht meest gevaarlijke si tuaties zijn onderkend, waardoor wij de verplaatsing naar 1971 heb ben verschoven: op twee bewoners na zijn de mensen die in zo'n situatie huisden reeds naar een ander huis vertrokken. Het is dus niet zo dat wij op dit moment constateren, een ontruimingsprogramma maken en dan maar afwachten. Er zal derhalve regelmatig moeten worden geihspecteerd. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Hoe verklaart u dan dat de klach ten niet bekend waren bij openbare werken? Wethouder VAN DUN: De klachten waren wel bekend. Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Er staat in het stuk dat het me rendeel van de klachten bij de dienst van openbare werken niet be kend was. Wethouder VAN DUN: Er was een aantal klachten niet bekend. Het opknappen van het bestek van de woningen, om het zo maar even te noemen, is gebaseerd op de klachtenbriefjes van de bewo ners, maar daarnaast zijn er normale klachten die voor onderhoud in aanmerking komen, welk onderhoud door de eigenaar van de wo ning moet worden verricht, en deze zijn bij de dienst bekend. Hier-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1095