11 FEBRUARI 1971
108
Als u nu de begroting doorleest, ziet u dat daarin nogal wat risico's
verborgen zitten in deze zin dat wij in tegenstelling tot de meeste ge
meenten altijd een eigen uitkering uit het gemeentefonds ramen. Die
is in deze begroting meer dan 350. 000, hoger dan de minister in
zijn laatste circulaire aangeeft. Wij menen dat risico te mogen nemen.
Voorts ramen wij de uitkeringen in de sector sociale zorg 184. 000, --
hoger dan wij volgens de bekende gegevens zouden mogen doen, ter
wijl wij bovendien de uitbreiding van het personeel altijd maar op half
jaarbasis ramen omdat de ervaring leert dat het een half jaar duurt voor
dat alle vacatures vervuld zijn. Vervolgens hebben wij nog ruim een
half miljoen geraamd voor de vacatures die tijdelijk niet bezet zijn. Dit
alles betekent dat in deze begroting risico's zitten, maar naar onze me
ning zijn het verantwoorde risico's en wel omdat zij stoelen op enige
ervaring die wij hebben opgedaan. Tot de goedkeurende instantie heb
ben wij gezegd dat wij bereid zijn om, als die ervaringen in de loop
van de jaren anders worden, ons beleid daarop in te stellen. Wij heb
ben daarbij aangetekend dat, mochten die risico's inderdaad eens ge-
effectueerd worden, de saldireserve echt wel in staat is dat op te van
gen. Ik meende dat het goed was dit beeld even te schetsen, opdat u
gewoon weet hoe een en ander in de begroting gecalculeerd is. In dat
kader meen ik dat het gat van 86.700, -- bepaald niet groot is. Het
gat is eigenlijk ontstaan - ik wil u dat eerlijk toegeven - doordat de
begroting vrij snel en het investeringsplan eigenlijk bijzonder laat is
klaargekomen. Wij hebben toen die spanning wel gezien, maar ge
zien de ervaringen met het investeringsplan van vorige jaren en kennis
genomen hebbend van de financiële situatie van dit moment hebben
wij gezegd dat het risico tot dat bedrag zeker wel te nemen is. Boven
dien meenden wij dat wij in de toekomst het investeringsplan misschien
zelfs iets meer ruimte zullen moeten geven dan in de begroting ver
werkt is, omdat men, als men precies op een bepaald bedrag mikt,
er meestal iets onder blijft. Dit is de indruk die wij op dit moment heb
ben.
Ik kom thans aan de kwestie van het investeringsplan of eigenlijk
van de planning. De heer Van der Werff heeft gevraagd of het een werk
plan is.
De heer VAN DER WERFF: In het investeringsplan staat dat het een
werkplan is. Dat heb ik geciteerd.
De heer BROEDERS: U vroeg of het geen fata morgana was. Wij
bedoelen het als een werkplan. In breed overleg in het gehele gemeen
telijk apparaat en met inschakeling van alle wethouders is nagegaan
wat er in de eerste jaren te doen zou staan op het terrein van het niet-
geldelijke rendabele investeringsplan. Ik moet u zeggen dat er tot nu
toe één streepje te weinig doorgelopen heeft, maar het is er intussen
bij gekomen en in het vervolg zullen wij dat wel handhaven. Wat is
nu planning? Planning is eigenlijk van te voren zeggen wat men wil,
en dat is gebeurd. Planning is vervolgens nagaan wat de mogelijkhe
den zijn. Die mogelijkheden zijn van verschillende aard. Aan de ene
kant is er de vraag of een en ander in het budget kan worden verwerkt
en aan de andere kant is er de vraag of het qua goedkeuringen etc. kan
worden gerealiseerd. Ik ga u enkele voorbeelden noemen om u duidelijk
te maken dat hierbij verschillende aspecten een rol spelen. Planning is
ook nagaan of de financieringskans kan worden gerealiseerd. De heer
Van der Werff heeft erop gewezen - dat heeft mij genoegen gedaan -