1120 14 OKTOBER 1971 De heer VAN MERKOM: In de afdeling openbare werken is ook gevraagd naar het ontstaan van deze verhoging in een betrek kelijk korte tijd. Ik ben blij met de toelichting en meen dat het nu wel duidelijk is dat het inderdaad gaat om algehele prijsverhogin- en, die sindsdien hebben doorgewerkt. Ik mag de wethouder dan- en voor de op zeer korte termijn verstrekte toelichting. De heer VAN DUN: Ik meen dat ik op de opmerking van de heer Van Merkom niet verder behoef in te gaan; de toegezegde informa tie heeft hij inmiddels verkregen. De vragen van de heer Brooimans wil ik graag als volgt beant woorden. Ik geloof niet dat er reden is voor bezorgdheid. Wij hebben met de raad indertijd afgesproken dat de opknapbeurt van de 333 woningen in de Gerardus Majellawijk fasegewijs zou geschieden, op de eerste plaats omdat er verschil is in de kwaliteit van de woningen, die opgeknapt moeten worden, en op de tweede plaats omdat het aanpakken van het gehele probleem in paketten i, v. m. de subsidieproblematiek administratief beter door de provinciale en landelijke overheid te verwerken zou zijn. Wanneer dit project duurder gaat worden zegt dat niets over de prijzen van de andere projecten. Ik meen dat t. a, v. de volgende fase aparte voorstellen aan de raad zullen worden voorgelegd, die op hun eigen merites bekeken zullen worden. Door deze verhoging wordt niet per se een hap uit het gehele budget genomen, waar door een en ander ten koste zou gaan van de andere projecten. Bovendien wil ik de heer Brooimans er graag op wijzen, dat dit project duidelijk als eerste gekozen is, omdat dit het meest urgen te was. Dit project zal het grootste deel van de kosten opslokken. Wat de fasering betreft: ik meen dat een eventueel uit de hand lopen van de fasering niets te maken heeft met de verhoogde kos ten. Overigens zal de fasering misschien toch wel enigszins andersworden dan we ons hadden voorgesteld. De raadsafdeling is reeds bekend, en ik meen dat het goed is als ook de raad hiervan op de hoogte is, dat de provinciale directie waarschijnlijk niet accoord zal gaan met een totale opknapbeurt voor alle 333 woningen. Een aantal fases is in bewerking, maar de provinciale directie kan toch op zijn minst t. a. v. een aantal paketten de gedachte van het gemeentebestuur niet onder steunen, dat een opknapneurt voor tien jaar gegeven moet worden. Men vindt dit uitgangspunt economisch in het geheel niet meer ver antwoord, en stelt dat deze woningen nog ten hoogste vijf jaar kun nen meegaan. Dat betekent echter onverkort mijn toezegging aan de heer Brooimans en de raad, dat de woningen dan voor een periode van 5 jaar zullen worden opgeknapt. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 18. Bijlage nr. 323 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT OVER DRACHT IN EIGENDOM "OM NIET" VAN EEN PERCEEL GROND, GELEGEN TUSSEN DE HEUSDENHOUTSESTRAAT EN DE KANGOE ROESTRAAT AAN DE STICHTING NUTSSCHOLEN BREDA. 19. Bijlage nr. 324.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1120