1123 14 OKTOBER 1971 dat die adviezen niet irreeel mogen zijn in die zin dat ze ook wer kelijk vooi uitvoering in aanmerking moeten kunnen komen. Onzer zijds zouden wij die zin eigenlijk zodanig willen uitleggen, dat die adviezen niet vrijblijvend door het college in ontvangst genomen zullen mogen worden, maar dat er bij een gedeeltelijke of totale afwijzing van de adviezen een motivatie van die afwijzing zal moe ten volgen. Ik zou van de wethouder daarover graag nog iets naders horen. Vervolgens wil ik nog een kleine opmerking maken over de samenstelling van de adviesraad en over de lijst van deskundigen. Dit is een globale lijst, die nog gewijzigd kan worden. Nu is de sociografische dienst momenteel bezig met een onderzoek naar de invloed van het woonmrlieu, fysisch milieu, op de bewoners en misschien komen uit dat onderzoek nog nadere aanwijzingen naar voren omtrent disciplines, die eventueel nog betrokken zouden moe ten of kunnen worden bij het werk van de stedebouwkundige advies raad. Wij vinden dat het juist ook in de nieuw te bouwen wijken belangrijk is deskundigen op bepaalde gebieden in te schakelen. Ik zou echter graag eerst het rapport van de sociografische dienst af wachten. Wat de door u voorgestelde procedure betreft: is he mogelijk vóór januari 1972, als de termijn voor het indienen van eventuele voorstellen en amenderingen van buitenaf verstreken is, een open bare vergadering te houden, waarin alle voorstellen besproken kun nen worden, zodat men dan ook nog mondeling een toelichting kan geven en gezamenlijk over de materie kan discussieren. De heer SPANJER: In de tweede alinea van het stuk wordt op gemerkt, dat de taak van de stedebouw kundige adviesraad moet wor den een dialoog tussen overheid en samenleving. Ik geloof dat dit een juiste opmerking is. Ik zou hieraan echter willen toevoegen, dat het gemeentelijk beleid vanuit de burgerij geihjecteerd moet worden met opvattingen, gedachten en indien mogelijk een stuk toekomstvisie. Hiervoor is uiteraard een zekere deskundigheid in de adviesraad nodig, doch niet een eenzijdige deskundigheid. Verder is nodig een grote mate van realiteitszin en een zich gebonden we ten aan een tijdsschema. Het probleem zal zijn de juiste weg te vinden om de inbreng van de burgerij doelmatig in het beleid in te passen. Het is beslist geen eenvoudige zaak dit alles dan bovendien nog in een verordening onder te brengen. Als ik uw mededeling goed heb begrepen of vertaald, is de bedoeling van dit stuk dat de advies raad een platform wordt, waar de gedachten uit de burgerij in de ruimste zin des woords worden opgevangen, gebundeld en doorgegeven, en vanzelfsprekend indien nodig becommentarieerd en aangevuld. Het inbrengen van de adviezen in het gemeentelijk apparaat vindt plaats via uw college; de adviesraad adviseert nl. het college. Het gemeen telijk apparaat werkt intussen normaal door. Daarnaast is het de be doeling dat omgekeerd het college ook adviezen vraagt aan de ad viesraad. Onderaan blz» 2 wordt gesteld, dat de adviesraad als het ware een soort tegenspel moet leveren t. o. v. de gemeentelijke overheid. Dat betekent dat de adviesraad ook in staat en bereid zal moeten zijn een behoorlijk stuk zelfwerkzaamheid te verzetten. Het is al les bij elkaar genomen voorwaar geen kleinigheid. Na vanavond begint in feite de publikatie en het rondzenden van de stukken. Een ding moet me van het hart: - Mevrouw Van Nes heeft daar over ook al iets gezegd - maak hierbij a.u.b. een wat eenvoudiger

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1123