1128 14 OKTOBER 1971 wordt geattendeerd. Maar dan komt volgens mij het belangrijkste punt- wie selecteert er dan? Vooral de eerste selectie lijkt mij bijzonder gewichtig. Ik beweer niet hierop al een pasklaar antwoord re hebben en verwacht dit ook niet van anderen, maar ik geloof wel dat een degelijke studie op zijn plaats is. In de democratise- rmgscommissie is ook gesproken over een soort voorselectie, indien meer kandidaten zich zouden aanbieden dan het vereiste aantal. Fen of andere vorm van samenspraak met de kandidaten zou dan wel gewenst zijn. Een afwijzing van kandidaten zonder motivatie zou nl. heel frustrerend kunnen werken op een aantal mensen, dat enthousiast zijn schouders onder de adviesraad wil zetten. Een aantal punten uit het stuk kan ik zeer waarderen. Ik vind echter dat een verdere studie nodig is t. a.v. het tijdig betrekken van de raad in deze aangelegenheid en t. a. v. de selectie. Aan de andere kant ben ik het eens met de heer Spanjer, dat vermoe delijk ook uit de burgerij gedachten zullen worden aangedragen, die we natuurlijk met veel plezier zullen ontvangen. Ik meen trou wens, dat wij allen hierin zullen moeten meedenken. De heer AMERICA: In eerste instantie was het niet mijn be doeling ook nog het woord te vragen, maar gezien de discussie heb ik er toch nog behoefte aan een paar punten toe te spitsen. Ik ge loof dat het enigszins misleidend is als in de stukken staat dat wij over deze zaak een mededeling krijgen. Ikzelf heb de indruk dat wij vanavond meer beslissen dan verschillende sprekers veronderstel len. Ik wil daarom graag in deze eerste ronde nog een toelichting geven. M. i. nemen wij op dit moment een principiële beslissing t, a. v. de grote kaders, waarbinnen die adviesraad zal functioneren. Een stuk publicatie heeft al plaatsgevonden en de respondenten wor den als het ware gericht op die publicatie. Daarbij is de adviesraad centraal gesteld. Persoonlijk vraag ik mij af of de adviesraad het zwaartepunt in dit gehele probleem zal moeten vormen, of dat de adviesraad meer gezien zal moeten worden als een stuurgroep. Het zou mogelijk zijn dat een groot aantal commissies, secties en an dere werkgroepen zich ad hoe bezig houdt met problemen van al lerlei aard i. v. m. de totale problematiek, daarbij gesteund door deskundigen op verschillend terrein. Vanuit deze commissies en werkgroepen zou een bundeling tot stand kunnen komen in de ad viesraad, die niet zo vaak vergadert. Als zodanig zie ik de samen stelling van de adviesraad toch iets anders. Ik stel mij voor dat in deze raad zitting hebben deskundigen t. a. v. de inhoudelijke kwes ties, maar ook deskundigen t. a. v. een stuk organisatie om de direc te inspraak waarover de heer Se verens heeft gesproken mogelijk te maken. Ik ben anders bang dat het bij die indirecte vorm blijft en dat een hearing of het serieus nemen van een actiegroep straks bijkomstige zaken worden. Ik vind deze zaak zo belangrijk dat ik het voorstel als het ware op zijn kop wil zetten door te zeggen dat niet die adviesraad centraal staat, maar het werk van al die werkgroepen en secties. Ik wil dit punt graag in de eerste ronde ter discussie stellen en de mening van het college hierover vragen. Als we vanavond hierover geen beslissing nemen geloof ik dat dit punt besloten is en het raamwerk van de adviesraad is vastgelegd. Hierop zal dan verder worden geborduurd en wijzigingen zullen al leen nog maar tot stand kunnen komen t. a. v. bijkomstige zaken en niet t. a. v. de grote lijnen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1128