1139
14 OKTOBER 1971
21. Bijlage nr. 326
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI
GING VAN HET RAADSBESLUIT D. D. 14 JANUARI 1971 INZA
KE ONTEIGENING VAN PERCELEN EN PERCEELGEDEELTEN IN
HET BESTEMMINGSPLAN LEUVENAARSTRAAT/MIDDELLAAN.
22. Bijlage nr. 327
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
TOEKENNEN VAN SCHADELOOSSTELLINGEN WEGENS AFSTAND
DOENING VAN DE HUUR EN HET RECHT OP GEBRUIK VAN BE
DRIJFSPANDEN.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig deze voorstellen besloten.
23. Bijlage nr. 328.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE HET VER
VREEMDEN VAN ONROEREND GOED.
De VOORZITTER: Ik stel u voor, dames en heren, bij dit
agendapunt tegelijkertijd het nieuwe agendapunt te behandelen, nl.
het
41. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI
GING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 17 DECEMBER 1970,
WAARBIJ BOUWGROND WERD VERKOCHT AAN N. V. BOUWBE
DRIJF H. FICK. (bijlage nr. 346)
De heer VAN BANNING: Wat volgnr. 2 betreft heb ik met
uw voorstel wel enige moeite. Het ligt in de bedoeling bij aan
neming van het voorstel een aanzienlijk deel van het terrein van
openbare werken van de hand te doen. Daarbij wordt wel rekening
gehouden met een doorgang naar de haven. Ik heb de situatie ter
plaatse nog eens opgenomen en het is mij opgevallen, dat voor een
groot deel ook kasseien worden opgeslagen. Ik kan mij voorstellen
dat er ruimte gemaakt kan worden bij opruiming en verplaatsing,
maar ik vraag mij af of er dan toch nog wel voldoende manoeu
vreermogelijkheid over blijft. Hoe zal de situatie zijn als door uit
breiding van Breda b. v. een verhoogde activiteit van openbare wer
ken te verwachten is? Openbare werken heeft daar een goed terrein
met een goede aansluitingsmogelijkheid op de haven en waarom dit
dan te beperken? Zo overdadig is het toch niet voor een dienst van
een dergelijke omvang. Kan het college de garantie geven dat zij
niet over enkele jaren tot de conclusie komt, dat elders terrein voor
openbare werken moet worden verworven. Als het college niet die
zekerheid heeft, was het dan niet mogelijk het thans overtollige
terrein te verhuren. Wil het college aangeven waarom het nu tot
verkoop overgaat?
De heer VAN DUN: De verkoop heeft als achtergrond een stuk
aan de Industriekade vrij te maken voor de doortrekking van de
Belcrumweg. Op dat moment moet uitgekeken worden naar andere
mogelijkheden voor de Fa. Rasenberg en komt in aanmerking het
terrein van de dienst voor openbare werken. Dit terrein biedt ruime