1144
14 OKTOBER 1971
Verdei is door de heren Spanjer, Sandberg en Van Os ook al
gewezen op het punt van de bijkomende kosten. In de kwestie van
de Dr. Struyckenstraat heb ik hierover een vraag gesteld en een
antwoord gekregen dat mij niet zo bevredigde. In dit stuk staan nu
duidelijk ae bijkomende kosten vermeld. Mijn concrete vraag aan
het college is of het in de bedoeling ligt in de toekomst in alle
gevallen, nl. bij dergelijke voorstellen, de bijkomende kosten te
noemen.
De heer Von Schmid; Wij vinden een en ander toch wel heel
betreurenswaardig. Het tunneltje, dat toen zelfs al een naam had
gekregen, nl. het tunneltje van Van Loon, komt er dus niet. De
vorige maal hebben wij gesproken over het feit dat in het belang
van de mensen die aan ae kant van Oosterhout wonen niet zou moe
ten worden overgegaan tot afsluiting. Wel stelden wij een optimale
beveiliging voorop, vooral t. a. v. de jeugdigen. Ik herinner aan het
toenmalige voorstel, waarin uw college zeer duidelijk stelde het
toch eigenlijk min of meer onverantwoord te achten bij deze over
gang met ahobs te werken, i. v. m. de nabijheid van de bebouwde
kom. Wij hebben daarom gezocht naar een combinatie van toegan
kelijkheid en optimale beveiliging en deze gevonden in de vorm
van een tunnel. Nu komt u noodgedwongen met een ahob, waarbij
wij ervan zullen moeten uitgaan, dat er geen optimale beveiliging
zal zijn. Een heel betreurenswaardige zaak. Ik wil me helemaal
aansluiten bij de heer Crul t. a. v. de ramingen. Door het financiële
optelsommetje wordt nu aangetoond dat die tunnel niet gerealiseerd
kan worden, terwijl wij toch eerst dachten dat dat wel zou kunnen.
Bovendien wordt nog gewerkt met het argument dat de spoorwegen
al te ver zijn. Ik geloof inderdaad dat een nadere uitleg van het
college zal moeten volgen, voordat wij dit voorstel kunnen steunen.
De heer VAN DUN: Op voorhand meen ik te moeten stellen
dat ik het niet zo bar plezierig vind dit stuk te moeten verdedigen.
Een zakelijk meningsverschil is mogelijk, maar de heer Sandberg
zal mij niet euvel duiden wanneer ik mij niet in de sfeer wil be-
even van het afschieten van vuurpijlen en het buiten hangen van
allons. Een aantal leden van de raad heeft het woord "noodgedwon
gen" onderstreept. Ik geloof echter, mijnheer de voorzitter, aat een
stuk realiteitszin op dit moment wel aanwezig mag zijn en dat wij
ook weer niet al te drastisch moeten doen. Een aantal sprekers heeft
een stuk historie naar voren gehaald. Mag ik het kort samenvatten?
Het probleem is ontstaan op het moment dat de spoorwegen de
traditionele beveiliging ophieven, ook in verband met de hoogspoor-
werkzaamheden in Breda. Op dat moment was er maar één mogelijk
heid; de spoorwegen spraken over ahobs. De vorige raad heeft in
oktober 1970 een krediet van 500. 000,-- gevoteerd. Wanneer u
de 200.000,-- voor de ahob hierbij optelt betekent dat een tun
nel van f 700.000,--. Op dat moment heeft de vorige raad die
beslissing genomen. Wat restte deze raad? Ik geloof dit wel even
te moeten zeggen, omdat ik meen daarmede de vraag van de heer
Van Loon enigermate te kunnen beantwoorden. Het college moest
conform het raadsbesluit een procedure in gang zetten om een stuk
weg aan het openbaar verkeer te onttrekken. Welnu, dat is gebeurd.
Er is een bezwarenprocedure geweest, waarover uw raad in mei van
dit jaar gesproken heeft. Op dat moment is er een interventie gekomen