1147 14 OKTOBER 1971 Ik heb de indruk dat de heer Von Schmid het college ertoe wil brengen te verklaren dat een en ander nu wel verantwoord is. Ik geloof dat wij dat niet tegen elkaar moeten zeggen. Wij vinden de oplossing even noodgedwongen als de raadsleden, die dit heb ben uitgesproken. Ik geloof tenslotte dat t. a. v. de veiligheid een begeleiding van de verkeerspolitie en van het onderwijs gewenst is, en geheel te goeder trouw wil ik het actiecomité vragen mede voor een be geleiding zorg te dragen. Ik geloof dat wij dit van elkaar mogen vragen. De heer SANDBERG: Ik wil nog even terugkomen op het woord "noodgedwongen". Ik geloof dat er nu een verantwoordelijkheid op ons wordt geladen, die misschien niet helemaal terecht js. Laten wij elkaar in dit opzicht niet verkeerd begrijpen. Wij hebben inder tijd als raad de keuze gehad tussen ahobs en een investering van 500.000,--; daarop kwam het eigenlijk neer. Wij hebben toen uitvoerig overleg gepleegd met het actiecomité en op dat moment heb ik namens de fractie gezegd dat gezien de financiële situatie onze fractie noodgedwongen voor die ahobs koos. Wanneer het col lege nu komt met de term "noodgedwongen", dan betekent dat dat deze term bij het college ergens tussen de 500. 000,-- en de 971. 000,-- heeft gelegen, en dat betreuren wij. Wij hebben in een veel eerder stadium, nl. toen wij praatten over een half mil joen, die keuze al gemaakt. Wij hebben toen gewoon anders geko zen. Wij betreuren net dat het nu pas voor het college een noodge dwongen zaak wordt, nu het 971. 000,-- gaat kosten. Ik ben verder blij met dit voorstel, zoals ik in eerste instan tie al zei. De verklaring over de 171.000,-- komt bij mij per soonlijk wat onduidelijk over, maar daarop wil ik verder niet meer ingaan. De wethouder heeft toegezegd dat een en ander in de toe komst vermeden zal worden en dat het waarschijnlijk ook nooit meer zal voorkomen. Ik heb vertrouwen in deze toezegging. Wanneer zich toch nog iets dergelijks in de toekomst zou voordoen, kunnen wij hierop terugkomen, maar vooralsnog ga ik niet van deze veronder stelling uit. De heer VAN OS: Ik moet toch zeggen dat, indien de wet houder het uitdrukkelijk in de richting van de financiën wil zoeken, misschien heel wat geld bespaard had kunnen worden als de raad in het verleden volkomen en volledig juist zou zijn ingelicht. Ik hoop dat die volledigheid er in de toekomst wel zal zijn. De heer VAN DUN: Ik gun de heer Sandberg graag het voor recht als eerste het woord "noodgedwongen" in dit. verband te heb ben uitgevonden, kennelijk eerder dan het college er van beviel. En of het nu gaat om een marge van a S ton, ik geloof dat wij die discussie maar niet moeten voeren. Ik geloof dat de heer Sandberg duidelijk heeft gemaakt dat hij toch met evenveel bezwaren de situatie aanvaardt als iedereen in deze raadszaal. De heer Van Os zegt dat het college het in de richting van de financiën zoekt. Ik geloof niet dat dit helemaal juist is. Wij zoeken natuurlijk wel geld om dat te doen wat u en wij willen, maar dat het in dit vlak alleen maar om geld gaat moet ik tegen spreken. Ik betwijfel verder dat de raad in 1970 niet voldoende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1147