113 11 FEBRUARI 1971 bieden van een goede huisvesting. Mensen uit het bedrijfsleven, van de Stichting bijstand buitenlandse werknemers en uit bestuurskringen - de wethouders van sociale zaken in West-Brabant - hebben de koppen bij elkaar gestoken en zijn uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat dit een zaak was die niet even tussendoor kon worden behandeld, maar dat hierover voortdurend moest worden overlegd. Daartoe is de Stich ting huisvesting migranten opgericht. Er is een aantal vergaderingen geweest. Wij hebben personeelchefs van bedrijven die buitenlandse werknemers in dienst hebben ter vergadering gevraagd en wij hebben directeuren bij elkaar geroepen. Ik heb thans de indruk dat er een rij pingsproces aan de gang is. Dat is in Limburg ook het geval geweest. Het bedrijfsleven moet gezamenlijk iets willen doen en dat moet dan niet amateuristisch maar goed gebeuren, want anders loopt het weer spaak en dan kost het nog veel meer dan wanneer men het meteen goed opzet. De know how is er; wij hebben relaties gelegd met organen die weten hoe het moet en wij zullen onze pogingen voortzetten om te be reiken dat ook in Breda en omstreken voorzien wordt in goede huisves ting voor buitenlandse arbeiders. Het tweede punt dat de heer Van Loon heeft genoemd betreft de bejaarden. Het is u bekend dat ik ook voorzitter ben van de Stichting bejaardenwerk. Ik gevoel als wethouder die met bejaardenzorg te ma ken heeft behoefte aan een adviesorgaan voor alles wat met de bejaar- denproblematiek te maken heeft. De Stichting bejaardenwerk is, ook vanwege de werkverdeling in Den Haag, een stichting die zich alleen mag bezig houden met het open bejaardenwerk, d.w.z. met activitei ten ten behoeve van bejaarden die nog zelfstandig wonen. Er zijn ech ter ook massa's bejaarden met problematiek in de bejaardentehuizen, maar daar moet de Stichting bejaardenwerk afblijven. Toch zijn die zaken nauw met elkaar verbonden. Ik streef ernaar de Stichting be jaardenwerk uit te breiden met andere deskundigheden en disciplines om haar daadwerkelijk in staat te stellen aan ons college adviezen uit te brengen. Er zijn besprekingen aan de gang met besturen van be jaardentehuizen om te komen tot een centrale registratie van kandida ten. Het is algemeen bekend dat elk bejaardentehuis ellenlange wacht lijsten heeft. Er is een aantal aanvragen voor nieuwbouw van bejaarden tehuizen. Ik zou graag al die kandidaten en al die wachtlijsten eens willen vergelijken. Mogelijk krijgen wij dan een beter inzicht in de werkelijke behoefte aan verzorgingsbedden. De heer Van Loon sprak voorts over de zorg voor de gehandicap ten. In de afgelopen jaren zijn in de raad verschillende keren subsidie regelingen en subsidieverbeteringen aan de orde geweest, evenals ga ranties voor nieuwbouw en erfpachtkanons voor gronden waarop tehui zen zouden kunnen worden geplaatst. Wij zijn voornemens de diverse groeperingen die zich met deze problematiek bezighouden uit te nodi gen voor een bijeenkomst om te zien of in onderling overleg een bij drage kan worden geleverd aan het bereiken van meer resultaten. De thuislozen vormen een groep die de heer Van Loon niet ge noemd heeft, maar die in Breda toch ook een probleem vormen. Er begint een inzicht in de problematiek zelf te rijpen, maar men stu deert nog - d. w. z. de sociale dienst in overleg met het K. I. M. en het Leger des Heils - op de vraag wat voor accommodaties tot stand moeten worden gebracht en waar daarvoor de financiën vandaan ge haald moeten worden. De heer Van der Werff heeft een woord gebruikt dat ik niet goed begrijp. Hij sprak op een gegeven moment over herijking van subsidies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 113