1151 14 OKTOBER 1971 dat er behoefte is aan beide lijnen, waarbij de lijn van Breda naar Moerdijk bedoeld is om te voorzien in het afvoeren van het normale rioolwater van Breda, Zevenbergen en Terheijden, en momenteel ook Prinsenbeek en Nieuw-Ginneken, terwijl de lijn van Oosterhout naar Waarden de rest van West-Brabant zal kunnen voorzien, maar met name ook het industriewater van Breda zal kunnen lozen. Het zijn lijnen die elkaar volledig aanvullen. De motivering van een en ander kunt u terugvinden in dit rapport. De lijnen zijn allebei nodig en geenszins overbodig t. o. v. elkaar. En nogmaals, de lijn naar Waar den nadert haar voltooiing. De heer Kroon spreekt zijn vreugde uit over de 8. 000.000,--, die door het Waterschap voorgefinancierd worden. Wij worden hierdoor in staat gesteld de zuiveringsinstallatie af te bouwen. De heer Kroon informeert nog naar het contact met het Water schap. Het is duidelijk dat bij de totstandkoming van het Waterschap West-Brabant de reinigingszaken tot de portefeuille van het Water schap zullen behoren. Het uitgangspunt zal dan ook zijn dat de over name en de toekomstige exploitatie zal geschieden door het Water schap West-Brabant. Tussen het Waterschap en het college worden vrij intensieve onderhandelingen gevoerd. Wij zullen echter moeten inzien dat deze onderhandelingen niet van de ene op de andere dag voleind zijn. Op de eerste plaats zijn er vrij belangrijke zaken aan de orde. Op de tweede plaats moeten wij constateren, dat het Water schap nog niet voldoende geëquipeerd is om de technische en admini stratieve kant van de zaak op de juiste merites te beoordelen. Op de derde plaats hebben wij van het Waterschap vernomen, dat het door de provincie een prioriteit is opgelegd t. a. v. de lijn Oosterhout- Waarden. Het betekent niet dat wij niets doen; wij hebben nadruk kelijk contact en men heeft ons de toezegging gedaan dat wij elkaar weer ontmoeten in januari, teneinde de zaak op de snelste en beste manier af te handelen. Aldus wordt besloten. 27. Bijlage nr. 332. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET AAN SCHAFFEN VAN GARAGE-APPARATUUR T. B. V. DE POLITIE. De heer VAN BANNING: Ik heb informaties ingewonnen bij de Rijkspolitie over de apparatuur, die men daar gebruikt om de door u wat summier omschreven taken uit te voeren. Ik heb vernomen dat bij deze dienst schrijvende remvertragings- en schrijvende pedaal drukmeters in gebruik zijn, waarmee men tal van taken kan uitvoe ren, zoals remkracht meten, de grootte van de remvertraging en de grootte van de pedaaldruk bepalen. Verder kan men vaststellen de zweltijd van de reminrichting, het tijdstip waarop de reminrichting maximaal vertraagt, de totale remtijd, eventueel variërende ver tragingswaarden gedurende maximaal remmen. U ziet-dus dat het hier een aantal taken betreft; ik weet niet of nog meer taken aan dit rijtje zouden moeten worden toegevoegd. De apparatuur in gebruik bij de Rijkspolitie kost 800,-- excl. B. T. W. Het apparaat heet motometer en is van Duits fabrikaat. Ik vraag mij af of het bedrag, dat in dit stuk wordt vermeld, wel juist is, en indien het bedrag juist is of men dan wel zijn licht heeft opgestoken bij de Rijks-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1151