1154
14 OKTOBER 1971
De VOORZITTER: Dat laatste kan ik in het geheel niet volgen;
het begin trouwens ook niet. Ik moet er toch gewoon van uitgaan
dat dit stuk de waarheid vermeldt. In het begin van het stuk wordt
nl. vermeld dat het een regelmatig terugkerend verschijnsel is. Ik
heb met de politie hierover gesproken, die dat bevestigt. Ik wil bij
deze gelegenheid graag zeggen dat ik geen vergelijking heb kunnen
maken met de situatie in Rotterdam of Amsterdam. Ik zou haast zeg
gen dat als het in Breda gebeurt, het in Rotterdam of Amsterdam ook
wel zal gebeuren. In ieder geval is naar de wetenschap van de heer
Dees die apparatuur daar niet aanwezig. Naar zijn opvatting zou dat
moeten betekenen, dat die apparatuur ook in Breda niet aanwezig be
hoeft te zijn. Maar dat is op zichzelf natuurlijk geen bewijs. Ik ge
loof dat in dit stuk de waarheid en niets dan de waarheid wordt ver
meld, en ik stel u voor het gevraagde krediet toch beschikbaar te
stellen. Ik kan u verder geen mededelingen doen. Zullen wij ermee
akkoord gaan? Het is misschien een tegenvaller, mijnheer van Dees,
maar het is niet anders.
De heer VAN DEES: Het is geen tegenvaller; misschien voor onze
scramblerdeskundige.
De VOORZITTER: Jammer dat die niet heeft gesproken.
Aldus wordt besloten.
32. Bijlage nr. 337.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET GARAN
DEREN VAN RENTE EN AFLOSSING VAN HYPOTHECAIRE LENINGEN
AAN TE GAAN TER GEDEELTELIJKE FINANCIERING VAN DOOR DE
EIGENAARS TE BEWONEN NIEUWE WONINGEN.
Aldus wordt besloten.
33.Bijlage nr. 338.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI
GING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING VAN RECHTEN
VOOR HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
De VOORZITTER: Mag ik u verwijzen naar een brief d. d. 11 okto
ber 1971, u toegezonden door het College van B. en W. Bij deze
brief is een afschrift gevoegd van een brief van Vleeshandel Breda N. V.
gericht aan de heer Melzer. Een correctie is aangebracht in de tweede
alinea van deze brief, omdat daarin ten onrechte gesproken wordt
over 0, 0115 per kg i. p. v. 0,115 per kg.
Aldus wordt besloten,
34. Bijlage nr. 339.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VER
HOGING VAN DE WATERTARIEVEN.
De heer VAN DUIJL: Onze fractie heeft dit voorstel met vrij veel
gemengde gevoelens ontvangen. Om de zaak duidelijk te stellen wil
ik even teruggaan in de geschiedenis en u terugvoeren tot de periode
1964. Het College doet dan aan de raad een uitgebreid voorstel om