1156 14 OKTOBER 1971 met gas en elektriciteit. Globaal hebben deze verhogingen al met al toch al de 50% benaderd en in een tijd van versobering vind ik dit toch wel een uitermate hoge belasting voor de burger, temeer wan- neer wij in aanmerking, nemen dat de lonen in deze periode maar mei ca, 18% zijn .gestegen. Overigens moet ik ook onderkennen dat wij kennelijk niet zorgvuldig genoeg met ons drinkwater omspringen, want als ik zie dat ongeveer 3% van het water dat door de stad Breda wordt afgenomen alleen voor de consumptie bestemd is en dat de rest dus wordt gebruikt voor bewassing, het wassen van auto's e„ d.dan vraag ik mij af of wij in de toeKomst niet het voorbeeld van het buitenland moeten volgen en twee soorten water leveren, nl. drink water en water tegebruiken voor allerlei bewassingen. Persoonlijk zie ik de ontwikkeling nogal somber in. Ik geloof dat wij nu al te Kampen hebben met moeilijke voorzieningen qua drinkwater. Garan ties t. a. v. vervuiling van onze drinkwaterbekkens hebben wij niet. Ik vraag mij af of men.in Breda verder kijkt dan vandaag, want als de vervuiling doorzet zullen wij bijzonder dure apparatuur nodig heb ben om drinkwater te kunnen leveren, en hoe zuilen de tarieven er dan wel niet uitzien? Tenslotte het probleem, dat ook al door de heer van Duijl ge noemd is, nl. dat 1/3 van Breda door de Noordwest-Brabantse van water wordt voorzien en 2/3 door ons eigen waterwinbedriji, dat ken nelijk met die lagere tarieven toch ook winst kan maken. Ik vraag mij af hoelang dat contract nog duurt en of er niet een ontsnappings clausule in is opgenomen, zodat de hele zaak weer opnieuw bekeken kan worden. De heer CRUL: De heer van Duijl heeft het ook al naar voren gebracht: deze verhoging die ons in 1972 485.000,-- moet op leveren trekt toch wel een wissel op de begrotingsbehandeling, die volgende maand zaL. plaatsvinden. Ik zou het ook eigenlijk normaal hebben gevonden als het voorstel van de afdeling aan het College -- op éen lid na stond men in de afdeling achter dit voorstel -- deze zaak tijdens de begroting te behandelen, door het College zou zijn aanvaard. De inkomsten hebben zoveel lijnen naar de al gemene middelen, dat deze zaak eerder op zijn plaats zou zijn bij de begrotingsbehandeling. Ik wil toch het verzoek herhalen, maar als het College het niet overneemt wil het misschien rekening houden met mijn volgende, opmerking. Bij de verhoging van de gastarieven is ook al ter sprake geweest dat die relatie naar de algemene dienst toch niet zo geweldig is. Enerzijds zeggen wij dat wij met de diensten die wij als gemeente aanbieden kostendekkend moeten werken. Ik weet overigens niet of daarover het oordeel van de raad is gevraagd, maar in ieder geval wordt wel volgens deze opvatting gehandeld. Anderzijds zeggen wij dat de tarieven van de ENWA winstgevend moeten zijn om ae rest van de algemene dienst te kunnen financieren. Ik vind het een on bevredigende gang van zaken en in feite ook wel inconsequent. Ik wil het College vragen of het andere mogelijkheden ziet het gat in de begroting te dekken, indien wij deze verhoging niet zouden goedkeuren. Verder wil ik aan de wethouder vragen of rekening is gehouden met het feit dat een eventuele verhoging van de watertarieven en de verhoging van de gastarieven invloed zal hebben op de verrekening van de voorschotten, die naar ik meen in mei plaatsvindt. Komen de gebruikers straks niet voor verrassingen te staan wanneer zij een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1156