1158
14 OKTOBER 1971
investering ,n Dorst deze vervangingswaarde toch zeker moeten han
teren. Als' i nu weet dat de drie sectoren -- gas, water en elek
triciteit -- een nettowinst opleveren van 400.000,--, dan kunt
u zich wel voorstellen hoe bijzonder krap die marge is, rekening
houaend met het feit dat_in deze bedrijven een. boekwaarde van
100 miljoen gulden is geihvesteerd bij een omzet van 50 miljoen
gulden per jaar. Ik geloof toch wel dat wij bijzonder voorzichtig
zullen moeten zijn bij het doen van een aanslag.op die winst. Wan
neer uw raad niet verder zou willen gaan dan zijn standpunt van
vorig jaar, nl. eeri verhoging van 10% te accepteren, dan. zal natuur
lijk een ander gevolg zijn dat wij zonder meer f 300.000,-- zullen
missen, en dan kan de heer van Duijl, een heel eenvoudige reken
som maken hoe marginaal de winst in wezen is.
De heer van Duijl heeft nog gesproken over de opvatting van het
Ministerie van Economische Zaken. Men heeft bij dit Ministerie al
leen maar willen kijken naar het waterbedrijf. Men heeft gesteld
dat dit bedrijf winst oplevert en een verhoging van de tarieven der
halve niet kon worden toegestaan. Dat is natuurlijk gemakkelijk te
stellen; men wilde echter in het geheel geen rekening houden met de
omstandigheid .dat het hier een geïntegreerd bedrijf betreft met een
elektriciteitssector, die-tonnen verlies oplevert. Wat het gasbedrijf
betreft kunnen wij een. positiever geluid laten horen. De totaliteit
van het bedrijf in ogenschouw nemend is het naar mijn opvatting de weg
van. de minste weerstand te stellen dat er winst op water wordt ge
maakt en er dus van een tariefsverhoging geen sprake behoeft te
zijn. Omdat een en ander zich afspeelde vlak vóór de verkiezingen
speelde ik met de gedachte dat er misschien ook nog wel een politieke
overweging op de achtergrond op deze beslissing van invloed zou kun
nen zijn.
Ik wil nog even terugkomen op de kwestie van de begroting. Ik
heb in het begin van de avond al gezegd mij te kunnen voorstellen
dat het een beetje vreemd lijkt wanneer wij in oktober met een
tariefswijziging komen, terwijl in november de begrotingsbehande
ling plaatsvindt. Ik wil nogmaals duidelijk stellen dat wij de bedrij
ven apart willen blijven bekijken en dat de opzet is, ook van deze
tariefswijziging, dat onze bedrijven rendabel draaien.
De heer Jansen vindt de tariefsverhoging van 17|% nogal fors.
Ik kom daarop aanstonds nog wel even terug. De gastarieven zijn
inderdaad verhoogd, maar dat gebeurt in het gehele land en is ons
min of meer opgelegd. Over de elektriciteitstarieven' moet ik toch
met u van mening verschillen; deze zijn beslist niet verhoogd. In
tegendeel, het totaalresultaat van onze elektriciteitslevering is een ver
laagd tarief. Wat is er nl. gebeurd? Om in de pas te lopen met de
tarieven van de P. N. E. M. hebben wij de tarieven voor de midden
groepen verlaagd. Ons is echter een brandstofclausule opgelegd. Dit
heft elkaar op, dus in wezen heeft er geen verhoging plaatsgehad,
maar een verlaging. Dit belhvloedt natuurlijk ook weer de bedrijfs
resultaten.
Uw opmerking dat slechts 3% van ons kostbare drinkwater als
zodanig wordt gebruikt vind ik toch wel interessant. Ik kan mij wel
met deze opmerking verenigen en het is ook niet zo belangrijk of
het nu 3, 4 of 5% is. U heeft er wel mee aangetoond dat enorme
hoeveelheden kostbaar drinkwater voor andere doeleinden worden ge
bruikt. U vraagt of het niet wenselijk zou zijn andere landen te
volgen en twee leidingen aan te leggen. Ik geloof niet dat wij dit